Volgens Eckhart Tolle
bestaan er geen problemen. Maar iedere keer dat ik tegenover hem zit,
heb ik toch écht een probleem. In zijn aanwezigheid verdwijnen niet
alleen al mijn gedachten, maar ook mijn vragen. De vriendelijke man met
het ringbaardje straalt zoveel rust en stilte uit, dat ik me alleen maar
wil overgeven aan het eeuwige NU waarin alles goed is. Lastig als je
een interview moet doen... Om te voorkomen dat ik na twee uur op straat
sta en me afvraag hoe ik in godsnaam in het NU blijf, heb ik een
blocnote vol lastige vragen meegenomen.
Ooit had Eckhart Tolle dezelfde problemen als de meeste mensen. Ook hij
ging bijna ten onder aan de stress van het moderne lev ( en. Maar op een
nacht gebeurde er iets wonderlijks. Net als zoveel nachten daarvoor had
hij badend in zijn eigen angstzweet liggen woelen en draaien, toen het
ineens tot hem doordrong dat al zijn problemen niets anders waren dan
zijn eigen gedachteconstructies en dat hij daar ieder moment uit kon
stappen. Tolle zag dat hij misschien wel een hoop negatieve emoties had,
maar dat dat nog niet betekende dat hij die emoties ook was.
Het inzicht ging zo diep, dat hij van de ene op de andere dag uit zijn
stressvolle bestaan stapte. Hij gaf zijn baan op, verkocht de meeste van
zijn bezittingen en ging op een parkbankje zitten – glimlachend om de
waanzin van het hectische leven waaraan ook hij eens had meegedaan.
Tolle zag in dat ieder streven naar succes, geluk of erkenning een
illusie is die de mensheid gevangen houdt in een destructieve
levensstijl. Wie streeft naar succes, geluk of erkenning, zal er nooit
arriveren. Succes, geluk en erkenning bestaan namelijk niet ergens
anders of in de toekomst, maar alleen in het hier en nu.
Nu we tegenover elkaar zitten in een Amsterdams hotel, valt het me op
hoe weinig er voor Tolle is veranderd sinds hij op dat parkbankje zat.
De serene rust van een mens die zich niet druk maakt om de toekomst en
volkomen tevreden is met het heden, is voortdurend voelbaar. Dat maakt
hem uniek, ook in de wereld van spirituele leraren, waar niet iedereen
bestand is tegen de egoboost die wereldfaam met zich meebrengt. Tolle is
wat hij verkondigt en leeft zijn filosofie.
Wat nog het meeste opvalt, is hoe open en ontvankelijk hij is. Hij is
geen moment bezig met mij te overtuigen of voor zich te winnen. Hij is
er gewoon, stelt zich open voor iedere vraag en antwoordt alsof hij het
onderwerp voor de eerste keer bespreekt. Aan vrijwel ieder antwoord gaat
een korte stilte vooraf waarin hij niet zozeer nadenkt over de vraag,
als wel afstemt op de stille ruimte van waaruit de antwoorden als
vanzelf in hem opborrelen. Voor Tolle is die open, ontvankelijke
levenshouding hetzelfde als leven in het hier en nu. En gelukkig kun je
dat leren.
‘Leven in het hier en nu is niet moeilijk,’ zegt hij. ‘Het is zelfs heel
makkelijk. Het probleem is dat wij makkelijke dingen moeilijk maken en
moeilijke dingen makkelijk. Wat is er nu makkelijker dan gewoon hier te
zijn? Het is bovendien de enige realiteit die bestaat. De toekomst is er
nog niet en het verleden is al voorbij. Toch leven de meeste mensen met
hun gedachten in de toekomst of in het verleden.’
Hij grinnikt om zoveel dwaasheid, iets wat hij tijdens het interview
vaker zal doen – vooral als hij de huidige menselijke conditie
beschrijft. Tolle mag er dan een beetje duf uitzien, saai of kleurloos
is hij allerminst. Achter het rustige uiterlijk brandt een
hartstochtelijk vuur dat in staat is je hele leven op zijn kop te
zetten.
‘Het geheim van een leven in het hier en nu is de volledige acceptatie
van ieder moment zoals het zich aandient. Hierdoor kom je in contact met
de stille, tijdloze ruimte achter de vorm van het moment. Hoe stiller
je wordt, hoe meer je je beseft dat die ruimte en jij in feite één zijn.
Jij bent die stille ruimte, jij bent dat eeuwige bewustzijn dat de
basis is van alle creatie.’ Hij laat een stilte vallen en kijkt me
vriendelijk aan, als uitnodiging om die achterliggende ruimte te
betreden.
Volgens Tolle maken de meeste mensen vrijwel nooit contact met die
ruimte: ‘De meeste mensen zijn continue op vorm gericht – of het nu om
innerlijke vormen gaat, zoals gedachten en emoties, of uiterlijke
vormen. Ze zijn voortdurend bezig de stilte op te vullen met gedachten,
woorden, dingen, interpretaties, definities... Het is alsof ze in een
kamer vol met spullen leven – een vreselijke conditie die de Boeddha als
“lijden” omschreef.’
Zijn woorden klinken misschien hard, maar komen voort uit grote
betrokkenheid, dezelfde betrokkenheid die oude meesters als Boeddha en
Jezus voortdreef. Ook zij stelden hun leven in dienst van het oplossen
van het menselijke lijden. Net als Tolle namen zij tijdelijk afstand van
de wereld om een feilloze diagnose te kunnen stellen. En net als hij
kwamen zij tot de conclusie dat de mens vooral zichzelf in de weg zit.
Tolle: ‘Het creëren van problemen is een mentale ziekte waar de hele
mensheid aan lijdt. Honden en katten lijden er niet aan. Bomen ook niet.
Niets in de natuur heeft problemen, de hele planeet is vrij van
problemen, behalve mensen.’
Hij lacht hartelijk om zijn eigen grap, wordt dan stil en vervolgt op
zachte toon: ‘Je relatie met jezelf, de wereld en de ander verandert
enorm als je leert om vanuit die stille ruimte te leven. Probeer een
ander eens te zien alsof je haar voor het eerst ziet, zonder iets vast
te leggen of te definiëren. Waarom zou je je jezelf en de ander belasten
met continue mentale definities? De wereld is zoveel levendiger wanneer
je er niet al die mind stuff op projecteert.’
Dat klinkt prachtig, maar hoe creëer je momenten van stilte en bewustzijn in een druk leven?
Tolle: ‘Een van de beste manieren is bewuste ademhaling. Wanneer je je
bewust bent van de adem, kun je niet denken. Observeer simpelweg je adem
terwijl die naar binnen en naar buiten stroomt en voel de ruimte die er
tussen je gedachten ontstaat. Een andere methode is het innerlijk
energieveld van je lichaam te voelen. Als je je daarop richt, voelen
mensen vaak direct een levendigheid van binnen – meestal eerst in een
tinteling in de handen en vervolgens voelen ze dat er overal energie is.
Contact met het innerlijk lichaam werkt als een anker om aanwezig te
zijn. Het brengt je terug bij je ware zelf, niet de fictieve zelf die is
gebaseerd op je persoonlijke historie, maar de levendigheid – het leven
– dat je bent.
Een andere manier om helemaal in het heden te zijn, is om alles om je
heen te bekijken zonder het te benoemen. Kijk eens naar een boom of naar
de lucht, zonder er een naam aan te geven of een mentaal plaatje op te
plakken. Kijk als een kind voor wie alles nog nieuw is. Het is
verrassend wat je dan ziet. Dat kan een continue oefening zijn, die nog
niet eens zo gemakkelijk is, want het betekent dat je duizenden jaren
van conditionering moet loslaten.
Natuurlijk is het een uitdaging als je erg druk bent. Maar in plaats van
te vragen of de wereld je met rust wil laten zodat je stil kunt zijn en
in het NU kan leven, kun je de wereld ook zien als een oefenterrein.
Verdieping vindt plaats door de uitdagingen van iedere dag aan te gaan.
Het is een misvatting om te denken dat de wereld er is om je gelukkig te
maken. De wereld is er niet om je gelukkig te maken, maar om je wakker
te maken.’
Oké, maar stel nou dat die wereld niet alleen een grote uitdaging is,
maar ook actief tegenwerkt. Stel dat je partner niets begrijpt van jouw
wens om wakker te worden en je bij iedere gelegenheid belachelijk maakt,
wat dan?
Tolle: ‘Het is niet nodig dat je partner je begrijpt, want voor je het
weet wordt je afhankelijk van die gedachte. Je hoeft ook niets uit te
leggen. Het enige wat je hoeft te doen, is meer aanwezig te zijn, meer
gewaar te zijn. De kans is groot dat er dan in je partner ook iets
verandert. Als er geen opening komt – waarmee ik bedoel dat er een
kleine opening komt in de verdichte gedachtestroom – dan is het
waarschijnlijk dat jullie uit elkaar gaan. Op een avond loop je weg, of
je partner loopt weg.’
Dat is wel beetje makkelijk gezegd, zeker als je kinderen hebt. Is er geen andere oplossing?
Tolle: ‘De kunst van relaties, ook met je kinderen, is in te zien dat in
ieder mens een “pijnlichaam” huist. Dat is een entiteit die bestaat uit
een opeenhoping van oude, pijnlijke emoties. Periodiek moet dit
pijnlichaam zich doen gelden en meer pijn ervaren, omdat het zich alleen
daaraan kan voeden. Ook kinderen hebben een pijnlichaam. Om de zoveel
tijd creëren ze een enorm drama: ze gaan gillen, gooien zichzelf op de
grond of trekken zich terug. Het is dan net alsof iets ze heeft
overgenomen, alsof er een duiveltje in hen is gevaren. Dat is het
pijnlichaam: het wil dat je reageert, het wil pijn. Het wil zelfs
gestraft worden.
Voor jou, als partner of ouder, is het zaak om dat te herkennen en het
pijnlichaam niet meer te voeden met je reactie, maar volledig aanwezig
te blijven in de heldere ruimte. Neem het niet persoonlijk. Je zult zien
dat het na een tijdje afneemt. De volgende dag kun je dan met je
partner of kinderen praten en vragen: “Wat gebeurde er eigenlijk
gisteren, toen je zo begon te gillen?” Stel een paar vragen, zodat ze
zich bewust worden wat er gebeurde: “Hoe voelde het? Waar voelde je het?
Kun je er een tekening van maken? Als het een naam zou hebben, wat zou
die dan zijn?” Op die manier ontwikkelen ze bewustzijn over hun
pijnlichamen en zal de macht ervan afnemen.’
Soms kan het leven onbarmhartig veel pijn doen. Het verlies van een
kind, een ernstige ziekte, een uitzichtloze depressie... Het pijnlichaam
is dan zo groot dat afstand nemen onmogelijk lijkt. Wat doe je dan?
Tolle: ‘Allereerst is het van belang om toe te laten wat er is. Wat er
ook is, is er. Accepteer het. Als je op deze manier aanwezig kunt zijn,
dan zie je vaak heel helder of je de emotie met verhalen voedt. Ongeluk,
verdriet, depressie, wanhoop... ze hebben allemaal een verhaal nodig.
Als je het verhaal loslaat en gewoon aanwezig blijft voor wat er is, de
pure emotie van verdriet bijvoorbeeld, dan voedt je de emotie niet meer
en begint de transmutatie. Iedere emotie die volledig wordt geaccepteerd
verandert in vrede, zelfs angst. Als je verlamd bent van angst en die
emotie volledig kunt accepteren – je voelt het, hebt er geen oordeel
over, het mag er helemaal zijn – dan verandert die in vitale, levende
vrede. Alles wat je volledig accepteert, wordt getransformeerd.
Ten aanzien van lichamelijke ziektes is het van belang om de mentale
labels over die ziekte los te laten. Als je voortdurend denkt dat je aan
“die en die ziekte” lijdt, dan geef je het zo’n vaste vorm dat het
onmogelijk wordt om het los te laten. Het is niet makkelijk om die
mentale labels los te laten, want artsen hypnotiseren je er voortdurend
mee. Maar je moet ze loslaten, anders vecht je tegen een hypnose in de
mind en dat houdt de ziekte levend. Het geeft de ziekte een realiteit
die er daarvoor niet was. Laat de labels dus los en accepteer wat er is.
Met acceptatie komt heling.’
U legt grote nadruk op acceptatie. Weerstand bieden tegen iets maakt het
alleen maar erger, omdat je er aandacht aan geeft. Toch zijn er ook
situaties waarin weerstand bieden zin heeft. Als niemand zich had verzet
tegen de Duitse bezetting dan spraken we nu waarschijnlijk Duits.
Tolle: ‘Weerstand is vooral een innerlijk fenomeen. Er zijn geen regels
voor wat je vervolgens uiterlijk doet. Ik kan niet categorisch beweren
dat ik geweld per definitie verwerp. Ik weet niet wat ik zou doen als er
nu iemand binnenkomt die jou aanvalt. Misschien spring ik wel boven op
hem en vermoord ik hem. Als je vrij bent van innerlijke negativiteit,
komt de goede handeling vanzelf.’
U zegt dat je emoties niet persoonlijk moet nemen. Als ik dat doe,
reageren sommige mensen nog emotioneler, omdat ze het gevoel hebben dat
ik ze niet serieus neem.
Tolle: ‘Het kan zijn dat mensen voelen dat je uiterlijk misschien vrij
bent van een reactie, maar van binnen niet. Het belangrijkste is dat je
van binnen vrij bent. De oefening is je voortdurend gewaar te zijn van
je innerlijke staat en te constateren wanneer negatieve emoties opkomen.
Dat is dé manier om emoties onpersoonlijk te maken. Er is een groot
verschil tussen een emotie zijn – wat totale identificatie betekent – en
een emotie hebben. In het laatste geval ben je het bewustzijn achter de
emotie.
Het gros van de mensheid is compleet geïdentificeerd met iedere gedachte
en emotie die in hen opkomt. Ze weten niet wie ze werkelijk zijn en
spelen een script. Ze doen niets anders dan het herhalen van oude
conditioneringen. Wanneer je uit die identificatie stapt, kan het zijn
dat je omgeving daar sterk op reageert. Mensen die zich volledig
identificeren met hun emoties en geconditioneerde gedachtepatronen
kunnen zeer gefrustreerd raken omdat het spel van actie en reactie niet
meer werkt.’
Veel mensen zijn bang dat als ze hun ego loslaten – hun facades, hun
show, hun publieke imago – dat ze dan saai worden en dat hun vrienden
hen niet meer zullen herkennen. Vind u dat een terechte angst?
Tolle: ‘Dat hangt van je perspectief af. Het is waar dat sommige
vrienden die niet wakker willen worden je verlaten, omdat ze niet meer
in je geïnteresseerd zijn of omdat jij niet meer in hen geïnteresseerd
bent. Ik had eens een vriend die altijd op dineetjes werd uitgenodigd,
omdat hij zulke fantastische grappen en sterke verhalen kon vertellen.
Toen hij begon te ontwaken, had hij geen zin meer om die verhalen steeds
te vertellen. Na een tijdje werd hij nergens meer uitgenodigd, maar hij
werd niet saai, want innerlijk kwam hij steeds meer tot leven. Mensen
die wakker worden, zijn vaak niet meer geïnteresseerd in artificiële
stimuli om te “voelen dat ze leven”, zoals extreem harde muziek,
gewelddadige films of de nieuwste mode.’
Streven naar geluk is volgens u contraproductief, omdat ‘streven’ de
antithese is van ‘zijn’. In films als The Secret wordt juist geleerd dat
je je eigen geluk kunt creëren, bijvoorbeeld door dit te visualiseren.
Moet je nu wel of niet streven naar betere omstandigheden?
Tolle: ‘Het is prima om doelen te stellen. Je leeft nu eenmaal in de
wereld en doet mee aan de dans van creatie. Maar de vraag is: is het een
doel waarmee je in de wereld van vormen speelt, of gebruik je dat doel
om er je geluk aan te ontlenen? De fout die mensen maken, is dat ze
doelen gebruiken als middel om geluk of zelfvervulling te vinden. Dat
werkt niet, want condities veranderen voortdurend. Het is dus prima om
te experimenteren met het visualiseren van een nieuwe baan of een nieuw
huis, als je maar niet denkt dat dat je gelukkig gaat maken.’
Menselijke relaties lijken steeds vluchtiger te worden. Veel relaties
lopen na enkele maanden of jaren op de klippen omdat de magie verdwijnt.
Hoe behoud je die magie?
Tolle: ‘Wat ”magie” wordt genoemd is in feite een soort fantasie. Als
mensen elkaar voor het eerst ontmoeten, spelen ze een rol om te zijn wie
de ander wil dat ze zijn. Als ze dan gaan samenleven, kunnen de
partners na verloop van tijd die rollen niet meer volhouden. De
ontevredenheid van het ego steekt de kop weer op. Sommige mensen zijn zo
verslaafd aan die beginenergie van verliefdheid en spanning dat ze dan
een ander willen. Dat is niet alleen egocentrisch, maar ook jammer – een
gemiste kans op verdieping. Verdieping betekent ruimte; ruimte om de
kleine, geconditioneerde identiteit los te laten.
De vitale vraag voor iedere relatie is: is er ruimte? Kun je naar je
partner kijken zonder hem of haar te definiëren en vast te zetten? Kun
je er zijn als de ruimte voor de ander? Het enige wat je hoeft te doen,
is werkelijk naar je partner te luisteren vanuit die ruimte. Dat is
genoeg voor de relatie om zich te verdiepen.’
U vindt verliefd worden dus een egoïstische daad. Word u nooit verliefd?
Tolle: ‘Nee. Verliefd worden draagt altijd een sterk element van iets
nodig hebben in zich. Daarom kan het zo makkelijk omslaan in boosheid of
haat als de ander weggaat. Ik voel wel een diepe verbinding met mensen
en ook met de natuur. Dat is ook wat liefde is: verbondenheid zonder
oordeel. Als er ruimte is, is er liefde, want je herkent de ruimte in de
ander. Je herkent dat er meer is dan de fysieke en psychologische vorm.
Je voelt een diepere levendigheid. Liefde is de verbindende ruimte die
tussen twee mensen kan ontstaan en heeft niets van doen met iets nodig
hebben.’
Moet je door een ernstige crisis gaan om te ontwaken?
Tolle: ‘Voor veel mensen is dat waar, maar steeds meer mensen ontwaken
zonder dat ze eerst veel hoeven lijden. Misschien heeft de mensheid als
geheel al zoveel geleden, dat het individu niet meer zoveel hoeft te
lijden om de noodzaak van een nieuw bewustzijn in te zien.’ Volgens
Tolle hoeft niet iedereen zich terug te trekken uit de wereld om wakker
te worden. ‘Als je iets herkent in alles wat ik heb gezegd of als mijn
woorden je raken,’ zegt hij, ’dan is het proces van wakker worden in
feite al begonnen. Is dat eenmaal het geval, dan is het proces
onomkeerbaar, al kan het door het ego wel worden vertraagd. Beetje bij
beetje ga je inzien dat het ontluiken van bewustzijn in feite het
belangrijkste is dat je kan overkomen. Jezelf openstellen voor dit
ontluikende bewustzijn en het licht ervan in de wereld verspreiden,
wordt dan het hoofddoel van je leven.’
[Kader]
Eckhart Tolle, die eigenlijk Ulrich heet, werd in Duitsland geboren,
maar leefde vanaf zijn dertiende met zijn vader in Spanje. Rond zijn
twintigste verhuisde hij naar Engeland om in Londen en Cambridge te
studeren. Op zijn 29e had Tolle een verlichtingservaring die resulteerde
in zijn eerste boek De kracht van het Nu. Daarna schreef hij een
werkboek (De kracht van het Nu in de praktijk) en een boek over het
belang van stilte (De stilte spreekt). Zijn laatste boek Een nieuwe
Aarde gaat dieper in op de structuur van het ego en de evolutionaire
mogelijkheden die een nieuw bewustzijn met zich meebrengt. Tolle is niet
verbonden aan enige religieuze of spirituele traditie, maar put
veelvuldig uit de lessen van Boeddha, Jezus, Meister Eckhart, Ramana
Maharshi, Advaita Vedanta en de mystieke Islam.
Bron: http://www.tijntouber.com/35-eckhart-tolle-liefde-is-de-ruimte-zijn-happinez-6-2007/
Geen opmerkingen:
Een reactie posten