Geluk of pech.

Een oude man en zijn zoon leefden op een kleine boerderij. Ze bezaten slechts één paard waarmee ze elke dag op het veld werkten. Op een keer liep het paard echter weg. De dorpsbewoners kwamen bij de oude man en zeiden: ‘Wat een pech!’ 
Deze antwoordde rustig: ‘Tja, wie zal het zeggen?’ Het paard kwam na enige tijd terug, samen met een kudde wilde paarden. 
De dorpsbewoners kwamen weer langs en zeiden: ‘Wat een geluk!’ De oude man zei: ‘Wie zal het zeggen?’ In de dagen daarna hield de zoon zich bezig met het africhten van de nieuwe paarden. Daarbij viel hij van de rug van een van de dieren en brak zijn been. De oude man moest nu alleen op het veld werken. 
De dorpsbewoners zeiden: ‘Wat een pech alweer!’ Hij antwoordde opnieuw: ‘Wie zal het zeggen?’ Toen er oorlog uitbrak werden alle jonge mannen uit het dorp opgeroepen. De zoon had echter thuis mogen blijven vanwege zijn gebroken been. Tja, wie weet wanneer iets geluk of pech is?