Het is vreemd, hoe belangrijk geld geworden is, zowel voor de gever als 
voor de ontvanger, voor de machthebber en voor de arme. Ze praten eeuwig
 over geld of vermijden juist erover te praten, omdat dat ongepast is, 
maar ze zijn zeer geldbewust. Geld om goede werken te doen, geld voor de
 partij, geld voor de tempel en geld om rijst te kopen. Als je geld hebt
 ben je diep ongelukkig en als je het niet hebt zit je ook in de 
ellende. Ze vertellen je hoeveel iemand waard is, als ze je vertellen 
welke positie hij heeft, welke diploma’s hij behaald heeft, hoe knap hij
 is, hoe capabel en hoeveel hij verdient. De afgunst van de rijken en de
 afgunst van de armen, de wedijver om te pronken met kennis, kleding en 
een briljante conversatie. Iedereen wil indruk op iemand maken, op hoe 
meer mensen hoe beter. Maar op macht na is geld belangrijker dan wat dan
 ook. Die twee vormen een schitterende combinatie; de heilige heeft 
macht, al heeft hij geen geld; hij heeft invloed op arm en rijk. De 
politicus gebruikt het land, de heiligen, de gangbare goden om aan de 
top te raken en om je te vertellen dat eerzucht absurd is en macht 
meedogenloos. Er zijn geen grenzen aan geld en aan macht; hoe meer je 
hebt, hoe meer je wilt hebben en daar komt geen einde aan. Maar achter 
alle geld en macht ligt leed dat zich niet laat negeren; je kunt het 
verdringen, proberen het te vergeten, maar het is er altijd.
-Uit: "Krishnamurti over Krishnamurti"

Geen opmerkingen:
Een reactie posten