Twee zaden lagen naast elkaar in de aarde.
Het ene zaad zei: “Ik wil graag groeien!
Mijn wortels diep in de aarde
sturen, mij als een klein plantje door de aarde heen breken om dan samen
met het zonlicht krachtig omhoog te groeien.
Dan zullen mijn bladeren
zich ontvouwen en ik zal met hen de komst van de lente vieren.
De zon zal me verwarmen, de wind mag me heen en weer bewegen en ik zal de ochtenddauw op me voelen.
Ja, ik wil graag groeien!”
En zo groeide dit zaad op tot een krachtige plant.
Het tweede zaad sprak: “Ik ben bang.
Als ik mijn wortels diep in de
aarde stuur, weet ik niet wat me daar wacht.
Ik vrees dat het mij pijn
doet of dat mijn stam er schade door zal lijden als ik door de aarde
heen breek.
Ik weet ook niet wat daar boven de aarde op me loert.
Er kan
zoveel gebeuren als ik groei…
Nee, ik blijf liever hier in veiligheid
en wacht af tot het nog veiliger wordt.”
En zo bleef dat zaad in de aarde en wachtte.
Op een ochtend kwam er een kip voorbij.
Ze scharrelde met haar poten in
de aarde naar iets eetbaars.
Na een poosje vond ze het wachtende zaad en
at het op.
Bron: Zinnige verhalen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten