Translate
maandag 26 december 2011
vrijdag 23 december 2011
Alles begint met een wens...
Verlangen
Lang geleden woonde er een kleine jongen heel tevreden in een huisje op een groene heuvel. Hij was echter niet helemáál zonder wensen. Er was iets wat hij liever wilde dan wat ook.
Iedere avond zat hij op de traptreden voor zijn huisdeur. Met zijn ellebogen op z’n knieën en zijn hoofd op zijn handen keek hij maar steeds naar het huis met de gouden ramen dat hem vanaf de overzijde van het dal tegemoet schitterde. Dat huis boeide hem en hij liet er zijn fantasie op los.
Hij stelde zich voor dat het een ongelofelijk mooi paleis was waarvan de ramen fonkelden als goud. Hij droomde over de edele mensen die in zo’n kostbaar huis leefden en hij wenste vurig om bij hen te mogen zijn. Op een dag hield hij het niet meer uit.
In plaats van zoals iedere dag naar school te gaan, besloot hij op weg te gaan naar het huis met de gouden ramen. Hij liep urenlang om zijn geheimzinnige doel te bereiken: eerst de heuvel af naar beneden en vervolgens over een holle weg en weilanden. Het was al middag toen hij onder een boom ging zitten om uit te rusten en zijn boterhammen te eten. Bijna was hij in slaap gevallen. Maar de vogels in de boom hielden hem wakker. Toch moest zijn pauze langer hebben geduurd dan hij dacht, want het schemerde al een beetje toen hij eindelijk de heuvel in de verte beklom en bij zijn doel aankwam.
Maar zijn teleurstelling was groot toen hij in plaats van het gefantaseerde paleis slechts een eenvoudige boerderij zag liggen. De ramen waren niet van goud, maar van heel gewoon glas. Er woonden een oude man en zijn vrouw en zij ontvingen de uitgeputte jongen liefdevol in hun eenvoudige huisje. Verdrietig schudden zij hun hoofd toen de kleine zwerver hen over zijn fantasieën en zijn teleurstelling vertelde.
Na een kom hete soep en een dikke boterham stopten ze hem in een heerlijk geurend bed, want het was al veel te laat om hem naar huis terug te brengen. Al heel vroeg ontwaakte de jongen. Eerst wist hij niet waar hij was, maar al gauw herinnerde hij zich de gebeurtenissen van de vorige dag.
Hij stond op, ging naar het raam, schoof het gordijn opzij en ontdekte iets geweldigs.
In de verte, op de heuvel aan de andere kant van het dal, stond óók een huis waarvan de ramen schitterden en fonkelden als puur goud. Zo iets moois had hij nog nooit gezien! En plotseling wist hij vol ontroering dat hij naar de ramen van zijn eigen huis keek. Toen hij later die dag naar zijn huis met de gouden ramen terugkeerde was hij volmaakt gelukkig.
Iedere avond zat hij op de traptreden voor zijn huisdeur. Met zijn ellebogen op z’n knieën en zijn hoofd op zijn handen keek hij maar steeds naar het huis met de gouden ramen dat hem vanaf de overzijde van het dal tegemoet schitterde. Dat huis boeide hem en hij liet er zijn fantasie op los.
Hij stelde zich voor dat het een ongelofelijk mooi paleis was waarvan de ramen fonkelden als goud. Hij droomde over de edele mensen die in zo’n kostbaar huis leefden en hij wenste vurig om bij hen te mogen zijn. Op een dag hield hij het niet meer uit.
In plaats van zoals iedere dag naar school te gaan, besloot hij op weg te gaan naar het huis met de gouden ramen. Hij liep urenlang om zijn geheimzinnige doel te bereiken: eerst de heuvel af naar beneden en vervolgens over een holle weg en weilanden. Het was al middag toen hij onder een boom ging zitten om uit te rusten en zijn boterhammen te eten. Bijna was hij in slaap gevallen. Maar de vogels in de boom hielden hem wakker. Toch moest zijn pauze langer hebben geduurd dan hij dacht, want het schemerde al een beetje toen hij eindelijk de heuvel in de verte beklom en bij zijn doel aankwam.
Maar zijn teleurstelling was groot toen hij in plaats van het gefantaseerde paleis slechts een eenvoudige boerderij zag liggen. De ramen waren niet van goud, maar van heel gewoon glas. Er woonden een oude man en zijn vrouw en zij ontvingen de uitgeputte jongen liefdevol in hun eenvoudige huisje. Verdrietig schudden zij hun hoofd toen de kleine zwerver hen over zijn fantasieën en zijn teleurstelling vertelde.
Na een kom hete soep en een dikke boterham stopten ze hem in een heerlijk geurend bed, want het was al veel te laat om hem naar huis terug te brengen. Al heel vroeg ontwaakte de jongen. Eerst wist hij niet waar hij was, maar al gauw herinnerde hij zich de gebeurtenissen van de vorige dag.
Hij stond op, ging naar het raam, schoof het gordijn opzij en ontdekte iets geweldigs.
In de verte, op de heuvel aan de andere kant van het dal, stond óók een huis waarvan de ramen schitterden en fonkelden als puur goud. Zo iets moois had hij nog nooit gezien! En plotseling wist hij vol ontroering dat hij naar de ramen van zijn eigen huis keek. Toen hij later die dag naar zijn huis met de gouden ramen terugkeerde was hij volmaakt gelukkig.
The Secret - Rhonda Byrne.
Every morning when you wake up intend and really desire “Today I am thinking only about what I want and I am speaking only about what I want.” As your intention gathers momentum it becomes a powerful force. When you can get to the point of thinking and talking more about what you want than what you don’t want the law of attraction will respond with results that will be utterly spectacular. You can do it!
– Rhonda Byrne
dinsdag 20 december 2011
Een ongewoon gesprek met God...
van Neale D.Walsch, hieronder een passage ervan :
Angst is de energie die doet samentrekken, afsluiten, naar binnen trekken, wegrennen, verstoppen, hamsteren, schade berokkenen.
Liefde is de energie die doet uitbreiden, openstellen, naar buiten zenden, onthullen, delen, genezen.
Angst hult onze lichamen in kleding, liefde staat toe naakt te zijn. Angst houdt vast aan en grijpt naar alles wat we bezitten, liefde geeft alles wat we hebben weg. Angst reserveert, liefde respecteert. Angst grijpt, liefde laat gaan. Angst knaagt, liefde sust. Angst valt aan, liefde verbetert.
Elke persoonlijk gedachte, elk woord en elke daad is gebaseerd op een van deze twee emoties. Je kunt niets anders kiezen, er zijn immers geen andere keuzemogelijkheden. Maar je hebt wel de vrije keus welke van de twee je verkiest.
Angst is de energie die doet samentrekken, afsluiten, naar binnen trekken, wegrennen, verstoppen, hamsteren, schade berokkenen.
Liefde is de energie die doet uitbreiden, openstellen, naar buiten zenden, onthullen, delen, genezen.
Angst hult onze lichamen in kleding, liefde staat toe naakt te zijn. Angst houdt vast aan en grijpt naar alles wat we bezitten, liefde geeft alles wat we hebben weg. Angst reserveert, liefde respecteert. Angst grijpt, liefde laat gaan. Angst knaagt, liefde sust. Angst valt aan, liefde verbetert.
Elke persoonlijk gedachte, elk woord en elke daad is gebaseerd op een van deze twee emoties. Je kunt niets anders kiezen, er zijn immers geen andere keuzemogelijkheden. Maar je hebt wel de vrije keus welke van de twee je verkiest.
zondag 18 december 2011
Verhalen boodschap♥
Onzekerheid
In de moederbuik praat een tweeling met elkaar: ?Geloof jij in een leven na de geboorte??
'Ja,' zegt het ene kind.
'Hoe ziet dat er dan uit, een leven na de geboorte??
'Dat weet ik ook niet precies. Maar het zal wel lichter zijn dan hier. En misschien lopen we wel rond en eten we met onze mond.'
'Rondlopen, dat gaat toch helemaal niet. En met onze mond eten? Hoe dan? Er is toch een navelstreng die ons voedt. Bovendien is de navelstreng veel te kort om mee rond te lopen.'
'Ik geloof echt dat alles anders zal zijn.'
'Nou, ik denk dat met de geboorte het leven ten einde is. Ik blijf liever bij wat ik hier en nu ervaar.
Het leven is een kwelling en het is donker?'
'Nee, we zullen dan onze moeder zien en zij zal voor ons zorgen.'
'Geloof jij in een moeder? Waar is ze dan?'
'Hier, overal om ons heen. We zijn en we leven in haar en door haar. Zonder haar zouden we er helemaal niet zijn!'
'Onzin! Ik heb nog niets van een moeder gezien. Er ook nooit iets van gemerkt, dus is ze er niet!
En bovendien: er is nog nooit iemand teruggekomen,' hield het andere kind vol.
In de moederbuik praat een tweeling met elkaar: ?Geloof jij in een leven na de geboorte??
'Ja,' zegt het ene kind.
'Hoe ziet dat er dan uit, een leven na de geboorte??
'Dat weet ik ook niet precies. Maar het zal wel lichter zijn dan hier. En misschien lopen we wel rond en eten we met onze mond.'
'Rondlopen, dat gaat toch helemaal niet. En met onze mond eten? Hoe dan? Er is toch een navelstreng die ons voedt. Bovendien is de navelstreng veel te kort om mee rond te lopen.'
'Ik geloof echt dat alles anders zal zijn.'
'Nou, ik denk dat met de geboorte het leven ten einde is. Ik blijf liever bij wat ik hier en nu ervaar.
Het leven is een kwelling en het is donker?'
'Nee, we zullen dan onze moeder zien en zij zal voor ons zorgen.'
'Geloof jij in een moeder? Waar is ze dan?'
'Hier, overal om ons heen. We zijn en we leven in haar en door haar. Zonder haar zouden we er helemaal niet zijn!'
'Onzin! Ik heb nog niets van een moeder gezien. Er ook nooit iets van gemerkt, dus is ze er niet!
En bovendien: er is nog nooit iemand teruggekomen,' hield het andere kind vol.
maandag 12 december 2011
The Secret - Rhonda Byrne
Our highest power is love, and it is one thing each of us has an unlimited amount of. How much love do you give to others in one day? Each day we have an opportunity to set out with this great, unlimited power in our possession, and pour it over every person and circumstance. Love is appreciating, complimenting, feeling gratitude, and speaking good words to others. from The Secret Daily Teachings by Rhonda Byrne
woensdag 7 december 2011
The Secret - Rhonda Byrne
There’s something we need to constantly remind ourselves to do so we attract a fantastic life, and that is to LIGHTEN UP! Because when we’re serious about anything, we will always attract more serious circumstances. When we lighten up, instantaneously we change our future and we make it brighter! Tell yourself right now to just LIGHTEN UP, and you will feel much better immediately. Got the feeling? –
-Rhonda Byrne
maandag 5 december 2011
Wijzer-tje.
Het doel van een relatie is te beslissen welk deel je van jezelf 'te voorschijn' wilt laten komen en niet om te bepalen welk deel van een ander je kunt opeisen en inpalmen. Het van doel van relaties is niet een ander te hebben die jou kan vervolmaken. De bedoeling is dat je een ander hebt met wie je je volmaaktheid kunt delen.
Tussen doortje...
De eerste stop op weg naar een plaats waar je van iedereen houdt is de stap naar een plaats van liefde voor jezelf.
Je kunt een ander niet geven wat je niet aan jezelf kunt geven.
Als je niet onvoorwaardelijk van jezelf houdt, kun je niet onvoorwaardelijk van een ander houden.
Onthoud dit: je kunt niemand iets geven wat jezelf niet te geven hebt.
Houd daarom van jezelf, houd van jezelf, houd van jezelf. Beschouw jezelf als volmaakt, precies zoals je bent.
Om voor liefde in aanmerking te komen, hoef je niet af te vallen, je levensstijl aan te passen, je gewoontes te verbeteren, hogere cijfers te halen of om het even wat te veranderen. Geloof het of niet, maar je bent volmaakt beminnelijk, lief en aantrekkelijk zoals je bent
Onthoud dit: je bent volmaakt beminnelijk, lief en aantrekkelijk zoals je bent.
Dit te weten verandert je hele leven.
Het geloven zal het leven van iedereen veranderen.
Dat is omdat je wordt wat je gelooft en als je geheel en al van jezelf kunt houden, reik je je Zelf - eindelijk - de hulpmiddelen aan waarmee je van alle anderen kunt houden, en dat kan de wereld veranderen.
----------------------------------
Uit: Een ongewoon gesprek van God met jou (het boek met vragen van jongeren)
Je kunt een ander niet geven wat je niet aan jezelf kunt geven.
Als je niet onvoorwaardelijk van jezelf houdt, kun je niet onvoorwaardelijk van een ander houden.
Onthoud dit: je kunt niemand iets geven wat jezelf niet te geven hebt.
Houd daarom van jezelf, houd van jezelf, houd van jezelf. Beschouw jezelf als volmaakt, precies zoals je bent.
Om voor liefde in aanmerking te komen, hoef je niet af te vallen, je levensstijl aan te passen, je gewoontes te verbeteren, hogere cijfers te halen of om het even wat te veranderen. Geloof het of niet, maar je bent volmaakt beminnelijk, lief en aantrekkelijk zoals je bent
Onthoud dit: je bent volmaakt beminnelijk, lief en aantrekkelijk zoals je bent.
Dit te weten verandert je hele leven.
Het geloven zal het leven van iedereen veranderen.
Dat is omdat je wordt wat je gelooft en als je geheel en al van jezelf kunt houden, reik je je Zelf - eindelijk - de hulpmiddelen aan waarmee je van alle anderen kunt houden, en dat kan de wereld veranderen.
----------------------------------
Uit: Een ongewoon gesprek van God met jou (het boek met vragen van jongeren)
donderdag 1 december 2011
De zestiende-eeuwse Italiaanse sociale dans
De zestiende eeuw is een periode die wij kennen als de renaissance. Het is een explosieve eeuw met enkele zeer dominerende politieke figuren. Aan het begin van de eeuw wordt Keizer Karel geboren te Gent, die geheel Europa 50 jaar lang zal domineren. Aan het eind van zestiende eeuw regeert Elisabeth I over Engeland.
Het is ook een tijd waarin de godsdienstoorlog fel woedt. In de buurt van Madrid bouwt Filips II zijn Escuriaal, een bolwerk van verankerd Katholicisme, terwijl Luther en Calvijn een andere godsdienst prediken. In Frankrijk vecht de Italiaanse Catharina de Medici tegen de Hugenoten.
Maar de Europese vorsten zijn ook verwoede kunstliefhebbers. Het collectioneren van schilderijen en wandtapijten of kostbare curiosa is een tijdsverdrijf aan de hoven. De zucht naar luxe en praal bereikt een hoogtepunt. Het begrip ‘decadent’ misstaat hier niet. Een maniërisme, een gekunsteldheid zal op het einde van deze eeuw het esthetisch denken bepalen.
De danskunst ontkomt er niet aan. In 1581 verschijnt "Il Ballarino", een dansboek geschreven door Fabritio Caroso. In 1602 krijgen we "Le Gratie d’Amore" te lezen, een dansboek geschreven door Cesare Negri, een dansmeester uit Milaan. De dansboeken zijn gedrukt, wat hun verspreiding in Italië en de rest van Europa mogelijk maakt. Aan het hof in Engeland bezat men enkele Italiaanse exemplaren. Ook in Spanje zal er eentje aanwezig geweest zijn. Negri's werk is immers opgedragen aan Filips III, koning van Spanje.
"Le Gratie d’Amore" bevat een lijst van de meest bekende Italiaanse dansmeesters die aan het eind van de zestiende eeuw werkzaam waren en die ons een beeld geven hoe sterk de Italiaanse danskunst verspreid was over het toenmalige Europa. Een zekere Giovanni Ambrosio Valchiera uit Milaan werkte voor verschillende Vlaamse prinsen; of Cesare Agosto Parmegiano, een leerling van Negri, stond bekend als een uitstekend gagliarda-danser en musicus. Zijn werkterrein was Vlaanderen. Andere dansleraars werkten in Frankrijk, Engeland, Duitsland en Polen. De hofdanskunst in de zestiende eeuw werd dus sterk bepaald door de Italiaanse smaak.
Zowel Caroso als Negri vangen hun traktaat aan met 'de manier waarop men staat of wandelt'. De natuurlijke houding, mooi rechtop, knieën gestrekt, rechte rug, armen hangend naast het lichaam, is de houding waaruit de zestiende-eeuwse danser vertrekt. Er is nog geen sprake van een bewuste uitdraaiing van het been, noch van de vijf posities, noch van een port de bras.
Een belangrijke evolutie in de 16de-eeuwse danskunst is de ontwikkeling van de sprong, in al zijn vormen. Gaande van de kleine zoppetto (hopje) in de trage pavane-dansen, tot de capriola cinque, een soort entrechat cinq met parallelle voeten. Om de capriola te oefenen adviseert Negri zijn studenten om tussen een stoel en een tafel te gaan staan. Men drukt zich op zodat de voeten van de grond komen. In deze positie probeert men de benen en de kuiten flink heen en weer te bewegen.
De sprong is het domein van de man. En de zestiende eeuw biedt dan ook een uitstekend podium voor de mannelijke danser. De dansstijl is krachtig, energiek en virtuoos te noemen. De dame tempert dit beeld door een gracieus, zacht bewegen. In solopartijen zijn haar variaties meer glijdend, minder gesprongen maar niet wars van enige virtuoze techniek. Caroso heft zijn beschrijvingen van virtuoze solopartijen steeds aan met de fraze: 'Indien de dame deze danspassen niet uitvoeren kan moet ze zich concentreren op een meer eenvoudige combinatie'.
Het balletto is de meest voorkomende dansvorm in de Italiaanse traktaten. Deze dans is meestal een samenstelling van twee of meerdere muzikale strukturen, zoals daar zijn: pavane, gagliarda, saltarello en canario. Het balletto kan men zien als een afgeronde kleine choreografie waarin met ritme en tempo wordt gespeeld. Elk balletto was opgedragen aan een vooraanstaande dame uit de Italiaanse hoofse kringen. Ze krijgen namen als "Celeste Giglio" (Hemelse Lelie) of "Chiara Stella" (Heldere Ster).
Naast het balletto staat de cascarda, een dans in vlugge driekwartsmaat, met een regelmatig terugkerend refrein. Hij wordt dikwijls bedacht voor een trio, een combinatie die snelle kettingen mogelijk maakt. Ook deze cascarde worden bedacht met ronkende namen als "Bella Gioiosa" (de mooie opgewekte) of "Leggiadra d'Amore" (de lichtvoetige liefde) .
Daarnaast vinden we een aantal gezelschapsdansen voor meerdere dansers, variërend van vier tot acht. Maar de voorbeelden die Caroso of Negri ons geven zijn reeds zo complex van aard dat ze niet dansbaar zijn zonder dat het gezelschap ze heeft ingestudeerd. Gezelschapsdansen uit latere periodes (zeventiende en achttiende eeuw) hebben vaste danspatronen die steeds terugkomen en dus gemakkelijk te onthouden zijn. Bij Caroso en Negri valt er te oefenen.
Eenvoudige dansen, waarin iedereen kon meedansen, zullen er hoogst waarschijnlijk wel geweest zijn. Misschien namen Caroso en Negri niet de moeite om ze te noteren. Het deftige, officiële karakter van een dansavond zal wel doorbroken worden wanneer de dans "La Caccia d'Amore" begon, een dans voor verscheidene koppels, genoteerd door Negri. Na een eenvoudige inleiding met buigingen en symmetrische plaatswissels begint de echte jacht der liefde. Elk koppel danst om beurt de rij naar beneden. Echter helemaal achteraan gekomen rukt de dame zich los en tracht de heer, na heel wat heen en weer geren, haar bij de hand te vatten. Met of zonder hulp van de mededansers, beëindigt het koppel de jacht op elkaar met een Riverenza. De dans eindigt met een gagliarda-figuur waarbij de heren elkaars dame proberen te roven.
Dat dit soort dansen niet door iedereen werd geapprecieerd wordt duidelijk door de gedrukte pamfletten of boekjes tegen de dans die in de zestiende eeuw over geheel Europa opduiken. Ze komen hoofdzakelijk uit de klerikale hoek, maar ook burgerlijke partijen vinden de vrije omgang tussen de sexen verwerpelijk. Er ontstaat een heen en weer geschrijf over de morele waarde van de dans, iets wat de hoge adellijke kringen wellicht negeerden.
Het is ook een tijd waarin de godsdienstoorlog fel woedt. In de buurt van Madrid bouwt Filips II zijn Escuriaal, een bolwerk van verankerd Katholicisme, terwijl Luther en Calvijn een andere godsdienst prediken. In Frankrijk vecht de Italiaanse Catharina de Medici tegen de Hugenoten.
Maar de Europese vorsten zijn ook verwoede kunstliefhebbers. Het collectioneren van schilderijen en wandtapijten of kostbare curiosa is een tijdsverdrijf aan de hoven. De zucht naar luxe en praal bereikt een hoogtepunt. Het begrip ‘decadent’ misstaat hier niet. Een maniërisme, een gekunsteldheid zal op het einde van deze eeuw het esthetisch denken bepalen.
De danskunst ontkomt er niet aan. In 1581 verschijnt "Il Ballarino", een dansboek geschreven door Fabritio Caroso. In 1602 krijgen we "Le Gratie d’Amore" te lezen, een dansboek geschreven door Cesare Negri, een dansmeester uit Milaan. De dansboeken zijn gedrukt, wat hun verspreiding in Italië en de rest van Europa mogelijk maakt. Aan het hof in Engeland bezat men enkele Italiaanse exemplaren. Ook in Spanje zal er eentje aanwezig geweest zijn. Negri's werk is immers opgedragen aan Filips III, koning van Spanje.
"Le Gratie d’Amore" bevat een lijst van de meest bekende Italiaanse dansmeesters die aan het eind van de zestiende eeuw werkzaam waren en die ons een beeld geven hoe sterk de Italiaanse danskunst verspreid was over het toenmalige Europa. Een zekere Giovanni Ambrosio Valchiera uit Milaan werkte voor verschillende Vlaamse prinsen; of Cesare Agosto Parmegiano, een leerling van Negri, stond bekend als een uitstekend gagliarda-danser en musicus. Zijn werkterrein was Vlaanderen. Andere dansleraars werkten in Frankrijk, Engeland, Duitsland en Polen. De hofdanskunst in de zestiende eeuw werd dus sterk bepaald door de Italiaanse smaak.
Zowel Caroso als Negri vangen hun traktaat aan met 'de manier waarop men staat of wandelt'. De natuurlijke houding, mooi rechtop, knieën gestrekt, rechte rug, armen hangend naast het lichaam, is de houding waaruit de zestiende-eeuwse danser vertrekt. Er is nog geen sprake van een bewuste uitdraaiing van het been, noch van de vijf posities, noch van een port de bras.
Een belangrijke evolutie in de 16de-eeuwse danskunst is de ontwikkeling van de sprong, in al zijn vormen. Gaande van de kleine zoppetto (hopje) in de trage pavane-dansen, tot de capriola cinque, een soort entrechat cinq met parallelle voeten. Om de capriola te oefenen adviseert Negri zijn studenten om tussen een stoel en een tafel te gaan staan. Men drukt zich op zodat de voeten van de grond komen. In deze positie probeert men de benen en de kuiten flink heen en weer te bewegen.
De sprong is het domein van de man. En de zestiende eeuw biedt dan ook een uitstekend podium voor de mannelijke danser. De dansstijl is krachtig, energiek en virtuoos te noemen. De dame tempert dit beeld door een gracieus, zacht bewegen. In solopartijen zijn haar variaties meer glijdend, minder gesprongen maar niet wars van enige virtuoze techniek. Caroso heft zijn beschrijvingen van virtuoze solopartijen steeds aan met de fraze: 'Indien de dame deze danspassen niet uitvoeren kan moet ze zich concentreren op een meer eenvoudige combinatie'.
Het balletto is de meest voorkomende dansvorm in de Italiaanse traktaten. Deze dans is meestal een samenstelling van twee of meerdere muzikale strukturen, zoals daar zijn: pavane, gagliarda, saltarello en canario. Het balletto kan men zien als een afgeronde kleine choreografie waarin met ritme en tempo wordt gespeeld. Elk balletto was opgedragen aan een vooraanstaande dame uit de Italiaanse hoofse kringen. Ze krijgen namen als "Celeste Giglio" (Hemelse Lelie) of "Chiara Stella" (Heldere Ster).
Naast het balletto staat de cascarda, een dans in vlugge driekwartsmaat, met een regelmatig terugkerend refrein. Hij wordt dikwijls bedacht voor een trio, een combinatie die snelle kettingen mogelijk maakt. Ook deze cascarde worden bedacht met ronkende namen als "Bella Gioiosa" (de mooie opgewekte) of "Leggiadra d'Amore" (de lichtvoetige liefde) .
Daarnaast vinden we een aantal gezelschapsdansen voor meerdere dansers, variërend van vier tot acht. Maar de voorbeelden die Caroso of Negri ons geven zijn reeds zo complex van aard dat ze niet dansbaar zijn zonder dat het gezelschap ze heeft ingestudeerd. Gezelschapsdansen uit latere periodes (zeventiende en achttiende eeuw) hebben vaste danspatronen die steeds terugkomen en dus gemakkelijk te onthouden zijn. Bij Caroso en Negri valt er te oefenen.
Eenvoudige dansen, waarin iedereen kon meedansen, zullen er hoogst waarschijnlijk wel geweest zijn. Misschien namen Caroso en Negri niet de moeite om ze te noteren. Het deftige, officiële karakter van een dansavond zal wel doorbroken worden wanneer de dans "La Caccia d'Amore" begon, een dans voor verscheidene koppels, genoteerd door Negri. Na een eenvoudige inleiding met buigingen en symmetrische plaatswissels begint de echte jacht der liefde. Elk koppel danst om beurt de rij naar beneden. Echter helemaal achteraan gekomen rukt de dame zich los en tracht de heer, na heel wat heen en weer geren, haar bij de hand te vatten. Met of zonder hulp van de mededansers, beëindigt het koppel de jacht op elkaar met een Riverenza. De dans eindigt met een gagliarda-figuur waarbij de heren elkaars dame proberen te roven.
Dat dit soort dansen niet door iedereen werd geapprecieerd wordt duidelijk door de gedrukte pamfletten of boekjes tegen de dans die in de zestiende eeuw over geheel Europa opduiken. Ze komen hoofdzakelijk uit de klerikale hoek, maar ook burgerlijke partijen vinden de vrije omgang tussen de sexen verwerpelijk. Er ontstaat een heen en weer geschrijf over de morele waarde van de dans, iets wat de hoge adellijke kringen wellicht negeerden.
Abonneren op:
Posts (Atom)