De eerste stap die u moet nemen, is proberen om achter de reden te komen waarom hij aan het graven is. Honden kunnen graven als gevolg van een roofzuchtig instinct of ze kunnen graven om botten of speeltjes te begraven. Dit instinctieve gedrag is bedoeld om voedsel voor andere roofdieren te verbergen.
Graven kan ook deel uitmaken van een nestinstinct, met name als uw hond drachtig is. Ze zullen ook een gat graven als het te warm is, omdat graven koude aarde blootlegt en zorgt voor onderdak met wat schaduw. Als uw hond aan het graven is onder een hek of naast een poort, dan probeert hij simpelweg om uit uw tuin te ontsnappen. Sommige honden graven om de verveling te verminderen of gewoon voor de lol. Andere kunnen een erfelijke aanleg hebben om te graven, terriërs zijn bijvoorbeeld beruchte gravers.
Wat kunt u doen?
Wanneer u er eenmaal achter bent waarom uw hond aan het graven is, dan wordt het eenvoudiger om dit te corrigeren. Alles wat u nodig heeft is een beetje geduld en volharding. Als uw hond aan het graven is om zo op andere dieren te jagen, dan moet u een manier vinden om ze uit elkaar te houden. Misschien kunt u een soort van schild of obstakel bouwen zodat hij niet meer in staat zal zijn om andere dieren te zien - immers, als hij ze niet kan zien, dan zal hij ook niet in de verleiding komen om op ze te jagen.
Als de andere dieren aan zijn kant van het hek zijn, dan is er een kans dat hij niet snel genoeg zal zijn om ze te vangen - eekhoorns en vogels zijn meestal veel te snel voor de gemiddelde hond.
Ratten en muizen zullen normaliter ook te snel zijn voor een hond. Pas op als u gebruik maakt van gif om ongedierte als deze te bestrijden, omdat dit ook uw hond kan treffen.
Energie verbruiken
Als uw hond alleen lijkt te proberen om veel opgekropte energie kwijt te raken, dan moet u hem meer laten bewegen. Maak langere of meer frequente wandelingen en probeer om wat 'speeltijd' in te passen met spelletjes als apporteren die uw hond zullen afmatten.
Straf uw hond nooit voor het graven van een gat, tenzij u hem hierop betrapt terwijl hij ermee bezig is. Zelfs wanneer u uw hond meeneemt naar de plek waar hij gegraven heeft, zal hij niet in staat zijn om zijn gegraaf te associëren met de straf.
Bron: http://www.hillspet.be
Hoe uw hond te borstelen en te wassen...
U vindt het mogelijk belangrijker om uw hond in bad te doen dan uw hond zelf -in het bijzonder waneer hij buiten in de modder heeft gerold. Maar om het voor u beiden zo gemakkelijke mogelijk te maken zijn er een aantal dingen die u kunt doen om het bad zo plezierig mogelijk te maken.
Kies de beste locatie om uw hond te wassen. Een badkuip is over het algemeen het gemakkelijkst, maar wanneer u een erg kleine hond heeft is het wellicht comfortabeler voor u beiden om een schaal of de wasbak te gebruiken. Als uw hond lang haar heeft, houd er dan rekening mee dat dit de gootsteen kan verstoppen.
Zorg ervoor dat u uw hond eerst kamt of borstelt. Dit helpt om de losse haren en klitten te verwijderen welke moeilijk handelbaar zijn in nat haar. Veel honden zien geborsteld worden als verwennerij en ontspannen hier zelfs door.
Draag een schort of oude kleding. De kans dat u nat wordt is groot!
Leg een anti-slip mat in het bad (in het bijzonder als u een grote hond heeft) om te voorkomen dat u of uw hond uitglijdt bij het in en uit bad tillen.
Laat wat warm water in bad of wasbak lopen. Koud water is niet prettig voor honden (stelt u zichzelf eens een koud bad voor) maar te heet is ook niet wenselijk.
De hoeveelheid water is afhankelijk van het formaat van uw hond, maar vul het bad niet te ver want hier kan uw hond van in paniek raken. Dit kan ook gebeuren door het geluid van een lopende kraan, dus vul het bad alvorens u uw hond erin plaatst.
Til uw hond op en plaats hem in het bad. Hij zal waarschijnlijk meteen proberen eruit te komen, maar wees volhardend.
Gebruik een plastic beker of mok om water over uw hond te gieten, u kunt de douchekop gebruiken als uw hond hier niet bang voor is. Het kan voorkomen dat hij probeert het water af te schudden (waarbij u ook nat wordt).
Wrijf de hondenshampoo tussen uw handen, of los het op in een beetje warm water en giet het over uw hond. Masseer dan voorzichtig met uw handen de shampoo in de vacht van uw hond. Wees er hierbij van verzekerd dat de shampoo tot op de huid komt. Probeer te voorkomen dat er shampoo in zijn ogen of oren komt.
Spoel af met warm water. Zorg ervoor dat de vacht van uw hond helemaal vrij is van shampoo, anders kan zijn huid uitdrogen.
Til uw hond uit het bad – kijk uit dat niemand uitglijdt – en laat hem zich uitschudden. Wrijf hem dan droog met een lekker warme handdoek (of gebruik een haardroger als hij niet bang is voor dit geluid).
Geef uw hond iets lekkers omdat hij zo braaf is geweest, en borstel hem hierna voor de laatste keer.
BRON: http://www.hillspet.be/
Kies de beste locatie om uw hond te wassen. Een badkuip is over het algemeen het gemakkelijkst, maar wanneer u een erg kleine hond heeft is het wellicht comfortabeler voor u beiden om een schaal of de wasbak te gebruiken. Als uw hond lang haar heeft, houd er dan rekening mee dat dit de gootsteen kan verstoppen.
Zorg ervoor dat u uw hond eerst kamt of borstelt. Dit helpt om de losse haren en klitten te verwijderen welke moeilijk handelbaar zijn in nat haar. Veel honden zien geborsteld worden als verwennerij en ontspannen hier zelfs door.
Draag een schort of oude kleding. De kans dat u nat wordt is groot!
Leg een anti-slip mat in het bad (in het bijzonder als u een grote hond heeft) om te voorkomen dat u of uw hond uitglijdt bij het in en uit bad tillen.
Laat wat warm water in bad of wasbak lopen. Koud water is niet prettig voor honden (stelt u zichzelf eens een koud bad voor) maar te heet is ook niet wenselijk.
De hoeveelheid water is afhankelijk van het formaat van uw hond, maar vul het bad niet te ver want hier kan uw hond van in paniek raken. Dit kan ook gebeuren door het geluid van een lopende kraan, dus vul het bad alvorens u uw hond erin plaatst.
Til uw hond op en plaats hem in het bad. Hij zal waarschijnlijk meteen proberen eruit te komen, maar wees volhardend.
Gebruik een plastic beker of mok om water over uw hond te gieten, u kunt de douchekop gebruiken als uw hond hier niet bang voor is. Het kan voorkomen dat hij probeert het water af te schudden (waarbij u ook nat wordt).
Wrijf de hondenshampoo tussen uw handen, of los het op in een beetje warm water en giet het over uw hond. Masseer dan voorzichtig met uw handen de shampoo in de vacht van uw hond. Wees er hierbij van verzekerd dat de shampoo tot op de huid komt. Probeer te voorkomen dat er shampoo in zijn ogen of oren komt.
Spoel af met warm water. Zorg ervoor dat de vacht van uw hond helemaal vrij is van shampoo, anders kan zijn huid uitdrogen.
Til uw hond uit het bad – kijk uit dat niemand uitglijdt – en laat hem zich uitschudden. Wrijf hem dan droog met een lekker warme handdoek (of gebruik een haardroger als hij niet bang is voor dit geluid).
Geef uw hond iets lekkers omdat hij zo braaf is geweest, en borstel hem hierna voor de laatste keer.
BRON: http://www.hillspet.be/
Jack Russell Terrier
De Jack Russell Terrier behoort tot de Rasgroep "Terriers"Geschiedenis van de Jack Russell Terrier
Voor het ontstaan van de Jack Russel gaan we terug tot het begin van de 19de eeuw. De Engelse dominee John Russell (1795° - 1883 +) kocht zijn eerste hondje in zijn studententijd van de melkman. Het was een bicolor teefje (white and tan) dat luisterde naar de naam 'Trump'. Met deze teef begon hij te kweken. Trump ligt dan ook aan de basis van het ras dat we vandaag kennen als zijnde de Jack Russell Terriër.
John Russell hield van de jacht te paard op vossen en dassen. Hij probeerde terriërs te fokken die voldeden aan specifieke werkeigenschappen. De kortbenige Jack Russel moest te paard mee kunnen tijdens de jacht in de zadeltas of op het zadel. Pas wanneer een vos zich verstopte in zijn hol onder de grond, verscheen de JRT op het toneel. Hij werd voor het hol van de vos gezet, waarna hij probleemloos tot ver in het vossenhol kroop. Daar blafte dit onverschrokken hondje heftig naar de vos, tot deze verschrikt uit zijn hol wegvluchtte en de jacht te paard voortgezet kon worden. De vos mocht niet doodgebeten worden, anders was de pret voor de jagers voorbij.
Kortbenige terriërs die minder geschikt leken voor de vossenjacht, werden doorverkocht aan boeren en paardenmensen. Hier maakten de honden zich nuttig door de stallen te vrijwaren van ratten, muizen en ander ongedierte.
Al snel werd ook duidelijk dat de Jack Russel een lief gezelschapshondje was, dat graag op schoot zat bij z'n baasje. Zo werd hij populair over de hele wereld.
Karakter van de Jack Russell Terrier
Levendig,zeer moedig en temperamentvol,waaks,actief en ondernemend,intelligent,speels,eigenwijs,hard voor zichzelf,soms dominant en zelfstandig,lief voor kinderen en andere dieren. en ze sommige zijn druk.
Rasstandaard van de Jack Russell Terrier
De Jack Russell Terriër is een onverschrokken, pittig hondje, dat over het algemeen goed met kinderen overweg kan. Zijn aard is zijn grootste troef: de jack Russell Terriër is bijzonder intelligent, geestdriftig en spontaan. Daarbij is hij vasthouden zoals de meeste andere Terriërs. Jack Russells zijn onstuimig en hebben een tomeloze energie. Daarom hebben ze wel een erg vaste hand nodig (wat vandaag mag, mag morgen ook)ook hebben ze ruim de beweging nodig. Ze werken graag voor hun baasjes daarom is hij ook geschikt voor behendigheid. Hij houdt ook van regelmaat maar voor onverwachte dingen is hij ook direct paraat. De Jack Russell heeft echter al jarenlang talloze fans gehad.Dit ras heeft enorm veel energie en u moet er dan ook voor zorgen dat ze deze energie op een of ander manier kunnen kwijtraken. Ze nemen absoluut geen genoegen met driemaal daags een blokje om. De Jack Russell moet elke dag kunnen rennen en dollen, en daarnaast graven ze ook graag. Ze voelen zich op een boerderij dan ook graag thuis, waar ze zich buitengewoon nuttig kunnen maken als verdelger van ongedierte. Dit ras is erg geschikt voor sporten als behendigheid en fly-ball.De Jack Russell is genoemd naar de oorspronkelijke fokker, de Engelse John Russell; de engelse dominee John Russell, die in het begin van de 19de eeuw in het graafschap Devon woonde. John Russell was dol op de vossenjacht en had daarvoor een scherp, kwiek hondje nodig dat de grote jachthonden kon bij houden en in staat was om het ondergronds met het wild uit te vechten. Verder was deze Terriër een specialist in het uitroeien van ongedierte zoals ratten en muizen. Omdat de aard altijd het belangrijkste onderdeel van de Jack Russell is geweest, loopt zijn uiterlijk nogal uiteen.De Jack Russells zijn alert, opgewekt, trouw en op hun manier ook waaks. Erg actief, intelligent en slim, brutaal en ondernemend, hard voor zichzelf en (over)moedig, veel zelfvertrouwen en soms dominant en zelfstandig.Jachthond en gezinshondDeze honden kunnen erg snel leren, maar hebben wel eens de neiging wat eigenwijs te zijn. Laat u niet
om de tuin leiden door hun ondeugende uitstraling;ze weten zelf erg goed dat ze u hiermee kunnen misleiden.
Blijf altijd consequent!
Over het algemeen zijn de honden zeer sociaal . Ze gaan goed om met andere huisdieren en spelen graag met kinderen. Al te dominante reuen kunnen wel eens wat overmoedig zijn in de buurt van grotere honden. Vreemde bezoekers worden altijd aangekondigd.
Een kort stukje geschiedenis.
Dominee John Russell (1795-1883) wordt gezien als de grondlegger voor het ras. In 1819 kocht hij als student zijn eerste hond van een melkman. Deze teef "Trump" is de grondlegger geweest voor John Russell's eigen werklijn van terriërs. Deze terriërs moesten voldoen aan de specifieke werkeigenschappen die hij stelde: De hond moest mee kunnen lopen in de meute, goed op de vos te gebruiken zijn en het wild aanblaffen en uit de holen jagen zonder het wild te doden. Het uiterlijk van deze honden was ondergeschikt aan hun werkeigenschappen en karakter. Wel waren er toen al 2 varianten; de ‘normaalbenige’ Parson Russell Terriër die met de meute mee moest kunnen lopen, en de ‘laagbenige’ Jack Russell terriër die in de zadeltas of voor op het zadel meegenomen werd.
Karakter
De Jack Russell Terriër is dol op spelletjes en is gezond en sterk. Dankzij deze eigenschappen is de hond spelenderwijs te leren wat er van hem verlangd wordt. Zijn kracht, goede neus, uithoudingsvermogen en intelligentie zijn fameus. Binnenshuis is het een gezellige hond, die lekker gezellig op schoot wil zitten of er gewoon bij wil zijn. Zij zijn zeer trouw aan hun familie. Buiten is de Jack Russell Terriër een echte jachthond.
Ze zijn dan ook ontzettend actief. Een gezonde Jack Russell, in goede conditie, is nagenoeg onvermoeibaar. In bijvoorbeeld Flyball of Behendigheid zijn deze hondjes dan ook zeer fanatiek.
Het algemeen voorkomen van de Jack Russell is een actief en lenige hond, gebouwd op snelheid en uithoudingsvermogen. De ogen hebben een heldere, pientere uitdrukking. De oren zijn V-vormig naar voren vallend, en worden dicht tegen het hoofd aangedragen. De kleur is overwegend wit, met zwarte of tankleurige aftekeningen. De vacht kan glad zijn, broken-coated of ruw. De ideale schofthoogte ligt tussen de 25 en 30 cm. Voorheen werd de staart van de Jack Russell Terriër gecoupeerd op een dusdanige lengte dat er een 'handvat' overbleef. Wanneer de hond dan klem kwam te zitten in een vossenhol, kon hij er aan de staart uitgetrokken worden. Sinds september 2001 is het couperen van de staarten echter niet meer toegestaan in Nederland.
Rasstandaard
Algemene verschijning:
Een sterke, actieve, behendige en lenige werkende terriër, met een moedig karakter en een flexibel lichaam van middelmatige lengte. Zijn rappe gangwerk is recht en vast en past bij zijn levendige expressie. De vacht kan glad, broken-coated of ruw zijn.
Karakteristieke kenmerken:
Een levendige, alerte, en actieve terriër, met een alerte en intelligente expressie.
Temperament:
Stoutmoedig zonder angst, vriendelijk maar zelfverzekerd.
Hoofd en Schedel:
De schedel moet vlak zijn en van middelmatige breedte, geleidelijk vernauwend naar de ogen, overgaand in een sterke snuit met zeer sterke kaken. De stop moet duidelijk zijn maar niet sterk geprononceerd. De lengte van stop tot neus moet iets korter zijn dan die van stop tot de achterhoofdsknobbel, de kaakspieren goed ontwikkeld. De neus moet zwart zijn.
Mond:
Goed ontwikkelde, sterke kaken met strak aangesloten, goed gepigmenteerde lippen en een schaargebit met sterke tanden.
Ogen:
Klein, donker en met een alerte expressie. De ogen mogen niet prominent zijn en de oogleden moeten goed aangesloten zijn. De oogranden moeten zwart gepigmenteerd zijn.
Oren:
Knopoor of hangend oor, stevig en zeer beweeglijk.
Hals:
Sterk en droog, geschikt om het hoofd goed in balans te dragen.
Lichaam:
Borst eerder diep dan breed, met voldoende afstand tot de grond en de onderkant van de borst bevind zich qua hoogte in het midden tussen de grond en de schoft. Het lichaam iets langer dan hoog, zo gemeten dat de afstand van schoft tot staartaanzet iets langer is dan de afstand van schoft tot de grond. De rug is recht. Ribben vrij horizontaal vanaf de ruggengraat, vlakker wordend aan de zijden, zodat de omvang van de borstkas achter de ellebogen omspannen kan worden door twee handen, ongeveer 40-43 cm. De lendenen moeten kort, sterk en goed gespierd zijn.
Voorhand:
Schouders goed schuinliggend en niet zwaar bespierd. Voorbenen recht van schouder tot de tenen, zowel van voren als van opzij gezien, en met voldoende lengte van de opperarm, zodat de ellebogen onder het lichaam staan. De voorborst is duidelijk zichtbaar.
Achterhand:
Sterk en gespierd, goed in balans met de schouder, achterbenen parallel indien van achteren bezien de hond vrij staat. Goede kniehoeking en lage hak.
Staart:
Mag in rust hangen. In beweging moet de staart rechtop staan en indien gecoupeerd ligt de punt van de staart op gelijke hoogte met de oren. (NB Sinds september 2001 is het couperen van de staart in Nederland niet meer toegestaan)
Voeten:
Rond, hard met stevige zolen, niet groot, tenen middelmatig gebogen, in- noch uitdraaiend.
Gangwerk:
Recht, vast, vrij en levendig.
Vacht:
Mag gladharig, broken-coated of ruwharig zijn. De vacht dient weerbestendig te zijn. Bij voorkeur niet zichtbaar getrimd.
Kleur:
Wit moet overheersen, met zwarte of tankleurige aftekeningen. De tankleurige aftekeningen kunnen van de lichtste tot de warmste tankleur (kastanje) zijn. De aftekeningen zijn bij voorkeur beperkt tot het hoofd en de staartaanzet.
Grootte:
Ideaal is 25 cm tot 30 cm in hoogte, het gewicht in kilo’s gerekend van 1 kg per 5 cm hoogte, d.w.z. een hond van 25 cm zou ca. 5 kg moeten wegen.
Fouten:
# Elke afwijking van de hiervoor genoemde punten zou als fout aangemerkt moeten worden en de ernst waarmee de fout moet worden beschouwd, dient in verhouding te staan tot de mate van de fout. De volgende fouten dienen in het bijzonder te worden afgekeurd: Het ontbreken van het ware terrierkarakter
# Traag of onregelmatig gangwerk.
# Foutief gebit.
# Het ontbreken van een goede verhouding, d.w.z. het overdreven aanwezig zijn van enig kenmerk.
Gezondheid van de Jack Russell Terrier
ERFELIJKE AFWIJKINGEN
Patella Luxatie (losse knieschijven) is een aandoening die bij veel kleine terriër rassen voorkomt. Indien U een pup koopt via de pup-info van de Nederlandse Vereniging Jack Russell Terriër zijn beide ouderdieren onderzocht op Patella Luxatie, en zij moeten hier vrij van zijn. Tevens worden zij onderzocht op erfelijke oogafwijkingen zoals lensluxatie en cataract en moeten hier vrij van zijn.
Verzorging van de Jack Russell Terrier
De Jack Russel terrier heeft weinig vachtverzorging nodig.Zo nu en dan borstelen is voldoende om de vacht in goede conditie te houden.En af en toe er met de vlooienkam er door heen voor de losse haren en evt vlooien.
Inentingen is natuurlijk ok belangrijk bij de verzorging van uw hond:
6 weken 1e keer Tegen hondenziekte en parvo
9 weken 2e keer Herhaling tegen parvo, en tegen de ziekte van Weil
12 weken 3e keer Herhalingen tegen hondenziekte, parvo, en de ziekte van Weil en tegen hepatitus en kennelhoest, eventueel tegen hondsdolheid
16 weken eventueel Eventueel tegen parvo en/of de ziekte van Weil
12 maanden herhaling Herhaling tegen hondenziekte, parvo, de ziekte van Weil, hepatitus en kennelhoest, eventueel nog tegen hondsdolheid, als je bijvoorbeeld je hond wil meenemen op vakantie naar het buitenland
elk jaar herhaling Herhaling tegen hondenziekte, parvo, de ziekte van Weil, hepatitus en kennelhoest en eventueel tegen hondsdolheid
Opvoeding van de Jack Russell Terrier
Dit gezonde ras is niet moeilijk op te voeden voor een baas die liefdevol en zeer consequent is en sterk in zijn schoenen staat.De Jack Russel Terrier loopt over van zelfvertrouwen en als u en uw gezin alles goed vinden,zal hij zijn eigen gang gaan.
Sociale aanleg;
Als u de hond al op jonge leeftijd socialiseert,zal de omgang met soortgenoten en andere huisdieren op geen enkel probleem stuiten.De Jack Russel Terier is van nature een zeer moedige en zelfstandige jachthond,die de huiskat zal accepteren,maar andere katten achterna zal jagen.Met kinderen gaan ze in de regel zeer goed om;ze kunnen wel tegen een stootje.
Rasvereniging van de Jack Russell Terrier
www.nvjrt.nl
Nederlandse Vereniging Jack Russell Terrier
Overige informatie over de Jack Russell Terrier
Beweging
Honden van dit ras hebben enorm veel energie en werken graag.Het is dan ook niet vreemd dat dit ras geen genoegen neemt met driemaal daags een blokje om.Deze honden willen rennen en spelen,en ze graven graag.Het zijn tevens uitstekende bestrijders van ongedierte,waardoor ze zeer geschikt zijn voor een leven op een boerderij.In sporten als fly-ball en behendigheid slaan ze beslist geen gek figuur.
Jack Russell Terrier pup aanschaffen
Adviesprijs van de NVJRT 600.= Men moet voldoen aan allerlei eisen: Ogen onderzocht op Cataract, Dystichiasis, lensluxatie. Knieen onderzocht op Patella Luxatie etc.
Ouders mogen niet te oud en niet te jong zijn en moeten minimaal een ZG gehaald hebben op een show en voldoen aan de standaard.
Bron: http://www.hondenpage.com/
Giftige tuin en natuurplanten
Bastaardridderspoor Gehele plant zeer giftig, vooral blad en zaad
Bilzekruid Gehele plant zeer giftig
Doornappel Gehele plant zeer giftig, vooral de zaden
Gevlekte aronskelk Gehele plant zeer giftig
Gevlekte scheerling Gehele plant zeer giftig
Goudenregen Gehele plant zeer giftig, vooral de rijpe zaden
Herfsttijloos Gehele plant zeer giftig
Karmozijnbes Gehele plant zeer giftig, vooral de onrijpe bessen
Lelietje-van-dalen Gehele plant zeer giftig
Monnikskap Gehele plant zeer giftig, vooral de knollen
Peperboompje Gehele plant zeer giftig, vooral de bessen
Slaapbol/Blauwmaanszaad Gehele plant zeer giftig, alleen de bladen niet giftig
Taxus Gehele plant zeer giftig, alleen de zadenmantel niet
Thuja Gehele plant zeer giftig
Vingerhoedskruid Gehele plant zeer giftig
Waterscheerling Gehele plant zeer giftig
Wolfskers Gehele plant, vooral de bessen, zeer giftig
Wonderboom Vooral zaden zeer giftig
Zevenboom Gehele plant zeer giftig.
KAMERPLANTEN:
De top drie van giftige kamerplanten is de volgende :
* dieffenbachia (Deze is trouwens ook de kamerplant nummer één in een doorsnee gezin.]
Zowel de bladeren als de stengel zijn
giftig.
Het gif tast de keelholte aan, het maag darmstelsel (braken- diarree) en de ademhaling.
Het dier veel laten drinken
(water) als eerste hulp is zeer nuttig).
* Philodendron (Dit is die typische klimplant die rondom een stok wordt geleid. Alle plantendelen hiervan zijn giftig.
Het gif tast vooral de
nieren van het dier aan en sterfte is niet zeldzaam.
Als eerste hulp weerom het dier veel laten drinken).
* Tabaksierplant (De tabaksierplant is ook in zijn geheel giftig.
Het gif (nicotine) werkt vooral op de skeletspieren en het autonooom
zenuwstelsel, zodat in ernstige gevallen sterfte door verstikking optreedt (de ademhalingspieren worden verlamd)
De eerste twee zijn vooral in trek bij katten, terwijl de tabaksierplant (nicotiana-soorten) meer in de smaak valt bij de hond.
Een opname van 5 tot 25 bladeren kan dodelijk zijn voor hond en kat).
De overige kamerplanten vind je hieronder:
* De aronskelk (is helemaal giftig, maar vooral de bessen zijn gevaarlijk.
Meestal zal de aronskelk in de huiskamer geen bessen ontwikkelen.
Na opname van deze plant is ook weer overvloedig drinken de boodschap]
* De gatenplant (Monstera) (is een zeer populaire kamerplant en ook giftig in blad en stengel, toch blijven de kat en hond meestal van deze plant af.
Het gif is vergelijkbaar met de Dieffenbachia).
* De hyacint, krokus en de narcis (Tegenwoordig is het erg in trek om kleine bolletjes hyacinten en narcissen in huis tot bloei te laten komen.
Zowel de bol als het zaad, als de bladeren en de bloemen zijn mild giftig.
Wat de narcissen betreft; hun gif
wordt ook vrijgegeven in het water van de vaas waarin de bloemen staan).
* De kerstster (Deze plant zie je in de meeste huiskamers rond kerstmis verschijnen.
Het giftige aan de plant zit hem in het melksap van de bladeren of stengels en in de zaden.
Wanneer de huid in contact komt met dat melksap, moet die overvloedig gespoeld worden met water.
Het sap is erg gevaarlijk voor de ogen : kans op blindheid bestaat).
* De kerstroos (is een plant met een witte bloem. Men ziet deze plant niet zo vaak als kamerplant, alle plantendelen zijn giftig.
Het gif heeft een erge uitwerking op het hart met eventueel sterfte als gevolg).
* Het meiklokje (lelietje van dalen) (giftig : zowel het bloempje, als de bladeren en de stengel.
Het gif werkt in op het hart en kan
dodelijk zijn.
Gelukkig wordt het gif traag opgenomen in het lichaam, zodat snelle interventie na
consumptie veel kwaad kan voorkomen.
* De slangenwortel (is een plantje dat vaak in bloem- en plantenstukken wordt gebruikt.
Alle plantendelen zijn giftig.
Bij opname van de plant moet het dier overvloedig drinken om het gif via de nieren te laten verdwijnen.
Bron: http://www.hondenpage.com/honden-encyclopedie/wid_322-Giftige-tuin-en-natuurplanten.php
Het gevaar van druiven en rozijnen.
Rozijnen, niet geheel ongevaarlijk!Vergiftiging door rozijnen oorzaak dood hond
Nick Mays
Overgenomen en vertaald uit 'Our dogs' , 31 januari 2003 Een gezonde, vijf jaar oude hond stierf aan nierfalen nadat zij thuis een doos rozijnen had opgegeten.
In de Verenigde Staten is bekend dat rozijnen giftig kunnen zijn en de dierenartsen aldaar weten ook hoe opgetreden moet worden als een hond er ziek van wordt. Helaas bereikte informatie hierover de Engelse dierenarts pas toen het al te laat was. Kate Prosser uit Cornwall (Engeland), vertelde haar verhaal aan 'Our Dogs', in de hoop dat het onderwerp meer bekend wordt bij dierenartsen en hondeneigenaren en dat het sterfgevallen in de toekomst helpt voorkomen. Kate’s vijf jaar oude Visla-teef overleed op 15 januari in het Langford Dierenziekenhuis in Bristol aan een nieraandoening, nadat zij vijf dagen daarvoor stiekem een pond rozijnen had gegeten. 'Het leek in het begin vrij onschuldig', herinnert Kate zich, 'Op zaterdagmorgen de 11e pakte Anya stiekem de doos rozijnen, at ze op en spuugde onmiddellijk alles uit. De rest van de dag leek ze in orde en ik maakte me daarom ook geen zorgen, maar ’s avonds voelde ze toch wat koud aan. Zondagmorgen ontdekte ik dat ze ’s nachts had overgegeven en dat ze erg apathisch was, dus binnen anderhalf uur ging ik met haar naar de dierenarts.' Kate herinnerde zich een artikel, dat een paar weken eerder in 'Our Dogs' was verschenen, over honden die ziek waren geworden na het eten van gedroogde vruchten. Haar dierenarts had daar nog nooit van gehoord en gaf de hond alleen een middel tegen het overgeven.
'Anya werd helemaal niet beter', vervolgt Kate. 'Ik schrok geweldig toen ik toevallig in het laatste nummer van het tijdschrift van de Amerikaanse Maatschappij voor Diergeneeskunde (JAVMA) een ingezonden brief las die geschreven was door dierenartsen van een ‘vergiften centrum’. Ik ging met Anya terug naar de dierenarts, liet hem het artikel zien.' Deze gaf eindelijk toe dat er wel wat in zat en deed een bloedtest. Hij was net zo ontzet als ik toen daaruit bleek dat haar nieren niet meer goed werkten. Na een vochtinfuus ging het na 48 uur wat beter, maar het volgende bloedonderzoek liet zien dat haar nieren helemaal niet meer werkten. Kate stelde voor dat Anya een dialyse via het buikvlies zou krijgen, zoals in het artikel stond, maar de dierenarts zei dat hij daar in zijn praktijk niet de faciliteiten voor had. 'Hij zei dat de enige plek waar ze dat konden het Langford Dierenziekenhuis in Bristol was', zegt Kate. 'Ik zei dat ik haar overal naartoe zou brengen als ze maar de goede behandeling zou krijgen. Het was toen woensdagochtend en haar toestand ging achteruit, dus ik ging met haar naar Bristol. Ze moest geopereerd worden om een catheter in te kunnen brengen. Dat is een zware operatie en in Anya’s geval was er maar een kleine kans van slagen. Hoewel de operatie wel was gelukt, ging ze na een paar uur zo achteruit dat er geen kans op herstel was. Om tien uur ’s avonds gaf ik toestemming om haar in te laten slapen'. Niet alleen was Kate ontzettend verdrietig over het verlies van Anya, ze was ook aangeslagen doordat Engelse dierenartsen schijnbaar niets wisten over dit soort vergiftiging bij honden. 'Anya was een hele gezonde hond, ze deed regelmatig mee aan behendigheidswedstrijden en ze had zich dit jaar gekwalificeerd voor de kampioenschappen', zegt Kate. 'Het was pure pech dat ze rozijnen at en op die manier vergiftigd werd. Ik weet niet of ze nog geleefd zou hebben als ze sneller behandeld was, maar ik vind wel dat dierenartsen ervan op de hoogte moeten zijn dat dit kan gebeuren'. Uit een onderzoek van dierenartsen van de Amerikaanse ASPCA en hun 'vergiften centrum' (APCC –Animal Poison Control Center) komt het volgende naar voren: Van 10 honden wordt gemeld dat ze nierfalen ontwikkelden na het eten van een grote hoeveelheid druiven (5 honden – verse druiven, of gedeeltelijk gegiste druiven, 3 honden aten pitloze blauwe druiven) of rozijnen (5 honden). Twee honden overleden en drie honden moesten inslapen. De overige vijf honden kregen drie weken lang een zware behandeling. Van 4 honden was bekend hoeveel ze ongeveer gegeten hadden en dit varieert tussen 9oz (275 gram) en 2lbs (1 kilo). Volgens deze dierenartsen moet iedere hond, die meer dan een paar druiven of rozijnen eet, behandeld worden. De oorzaak van de vergiftiging is nog niet bekend. Gedacht wordt aan: schimmels, overdosis Vitamine D3, o.i.d., milieuverontreiniging -pesticiden, zware metalen- of giftige stoffen in het fruit zelf.
Ziekteverschijnselen, voordat de nieraandoening zich aankondigt, zijn: braken, diarree, sloomheid, geen eetlust en buikpijn. Deze verschijnselen kunnen wekenlang aanhouden. Bij bloedonderzoek blijkt vaak sprake te zijn van hypercalcemia (een verhoogd kalkgehalte in het bloed). Naarmate de nierbeschadiging zich ontwikkelt, gaan de honden minder plassen. Wanneer ze helemaal niet meer plassen, treedt de dood in. In sommige gevallen moesten honden, die tijdig medische hulp hadden gekregen, toch worden afgemaakt. Hoewel de exacte oorzaak van de nieraandoening onbekend is, kunnen honden die druiven en rozijnen eten er succesvol voor behandeld worden. De eerste stap is ontgifting. Het opwekken van braken en het toedienen van geactiveerde houtskool helpt de opname van mogelijke gifstoffen te voorkomen. Honden moeten minimaal 48 uur aan het infuus gelegd worden. De arts moet tenminste drie dagen dagelijks het bloed controleren. Als de bloedwaarden na drie dagen normaal zijn, is het onwaarschijnlijk dat de nieren zijn aangetast. Sommige honden hebben buikvliesdialyse nodig, een proces waarbij het buikvlies (het vlies dat om de organen in de onderbuik heen zit) gebruikt wordt om afvalstoffen te zuiveren, wat gewoonlijk door de nieren wordt gedaan.
Bron: www.hondenpage.com
Wat is vlooienallergie?
Bij uw hond / kat is de diagnose vlooienallergie gesteld. Dit betekent dat het dier overgevoelig reageert op vlooienbeten. Elke keer als een vlo bloed zuigt, brengt de vlo ook stoffen in de huid van uw huisdier waardoor het bloed even onstolbaar wordt. Ten aanzien van deze stoffen kunnen overgevoeligheidsreacties ontstaan die leiden tot zeer heftige en langdurige jeuk.
Elke keer als een vlo uw dier bijt, treden deze reacties opnieuw op. Een intensieve vlooienbestrijding is belangrijk bij deze problemen, maar helaas soms niet voldoende. Immers, elke hond / kat loopt ondanks de vlooienbestrijding wel eens een vlo op, met als onmiddellijk resultaat nieuwe allergische reacties met de bijbehorende heftige jeuk.
Welke dieren krijgen een vlooienallergie?
Waarschijnlijk speelt bij het ontstaan van een vlooienallergie de erfelijke aanleg een belangrijke rol. Daarnaast is ook van belang hoeveel vlooien in de omgeving van het dier aanwezig zijn. Leeftijd speelt geen rol: zowel jonge als oude dieren kunnen een vlooienallergie ontwikkelen. Hoe vaker een dier door vlooien gebeten wordt, des te groter de kans op het ontwikkelen van een allergie! Vlooienpreventie vanaf het begin is dan ook nodig om het ontstaan van deze allergie te voorkomen.
Hoe herkennen we een vlooienallergie?
Een vlooienallergie is als volgt te herkennen:
* Hardnekkige en heftige jeuk, meestal op het achterlijf; zowel buik, rug als staart.
* De jeuk gaat gepaard met ontsteking, korsten en / of kaalheid.
* Intensieve vlooienbestrijding helpt, maar helaas is een doorbraak soms niet te voorkomen.
* Vlooien zijn zelden of nooit (meer) te vinden.
* De jeuk is meestal het hele jaar aanwezig.
Wat is er aan te doen?
Voortdurende (het hele jaar!) intensieve vlooienbestrijding. Optimaal is het combineren van 2 soorten producten:
1. Een middel dat de vlooien direct doodt en het dier tot de volgende behandeling beschermt tegen een nieuwe besmetting. Voorbeelden hiervan zijn Frontline (druppels in de nek en spray), Advantage (druppels voor in de nek) en Tick-Fence (druppels in de nek) en Flea-fence acute (tabletje wat binnen enkele uren alle vlooien op uw huisdier doodt.
2. Een spray voor in huis die alle aanwezige vlooien doodt en de eitjes en larven onschadelijk maakt. Een dergelijke spray hoeft (in combinatie met de vorige middelen) meestal maar 1 keer gebruikt te worden.
Om het dier de eerste keer of bij een doorbraak van de jeuk af te helpen worden meestal cortison-tabletten gegeven, soms na een injectie. Bij gebruik volgens de voorschriften is het effect snel en goed en zijn er nauwelijks bijwerkingen, zoals veel drinken en plassen.
De allergie gaat hiervan niet over; de symptomen worden slechts onderdrukt. Een doorbraak voorkomen door de bovenbeschreven vlooienbestrijding is dan ook onmisbaar voor een optimale aanpak.
Wat zijn de vooruitzichten?
Meestal verloopt de aandoening zeer chronisch: na elke vlooienbeet steken de huidproblemen en jeuk weer de kop op. Genezing van de allergie is niet te verwachten; de symptomen zullen levenslang voorkomen moeten worden door vlooienbestrijding en af en toe behandeld moeten worden bij een doorbraak. Het voornaamste doel van de behandeling
is dan ook de situatie voor het dier en de eigenaar leefbaar te maken en te houden.
De dierenarts-assistente kan u informeren over de beste vlooienbehandeling voor uw huisdier.
Er zijn nog andere oorzaken van jeuk.
Kijk ook op http://www.vlooien.info
Bron: http://www.dierenklinieklemmer.nl/
Overlijden van je hond.
Het crematorium van Martin Graus in Boom gaat wel nog één stapje verder. Eigenaars die er een dier laten cremeren, krijgen er ook de mogelijkheid om een website te laten maken voor hun overleden dier. Die website blijft een jaar actief. Er kunnen foto’s en teksten op geplaatst worden.
Bron: http://www.hondenpage.com
Nog een leuke link voor tussen door: http://animal.discovery.com/videos/dogs-101-puppy-transformations.html
LICHAAMSTAAL VAN DE HOND.
Honden hebben nog vrijwel dezelfde lichaamstaal als wolven. De lichaamstaal bij wolven is makkelijk te "lezen", d.w.z. uit zijn lichaamshouding en mimiek kunnen we goed opmaken wat de wolf bedoelt. Zij hebben van nature staande oren, die alle kanten opdraaien en een lange staart. Verder hebben zij grote sprekende ogen en veel mimiek. Ze hebben een dikke maar korte vacht waardoor we gedragingen zoals b.v. het optrekken van de lippen goed kunnen zien. Door het fokken van speciale rassen heeft de mens veel slechter "leesbare" honden gecreëerd. Denk hierbij b.v. aan het couperen van de oren en staart. Verder zijn er rassen met zeer lange haren die veel mimiek verdoezelen, aangezien de hond met zijn hele lijf communiceert. Wat is nu gedrag? Onder gedrag verstaan we de handelingen die de hond verricht o.i.v. prikkels die zowel van binnenuit als van buitenaf kunnen komen. De hond kent zeer veel gedragingen, enkele daarvan zijn: dominant gedrag, onderdanig gedrag, angst gedrag, en agressie.
Het lichaam
Rechte poten, lichaam rechtop, of langzame beweging voorwaarts met stijve poten.
Ik ben hier de baas. Daag je me soms uit? Een actief agressief gebaar van een dominante hond die zijn leiderschap wil bevestigen.
Lichaam enigszins naar voor gebogen en de voeten staan schrap.
Ik accepteer jouw uitdaging en ben klaar om te vechten! Een reactie op een bedreiging, of de reactie op de weigering van een andere hond om ruimte te maken; agressie zal volgen.
Opgezette haren op de schouders en de rug.
Je bent te ver gegaan! Je mag kiezen: onmiddellijk ophouden, vechten of wegwezen! Elk moment kan er een aanval plaatsvinden.
Opgezette haren, alleen op de schouders.
Je maakt me zenuwachtig. Dwing me niet tot vechten. Ik vind dit niet prettig. De hond denkt dat hij gedwongen wordt om te vechten.
Hond maakt zich kleiner of kruipt in elkaar terwijl hij opkijkt.
Laten we geen ruzie maken. Ik accepteer dat jij een hogere positie hebt dan ik. Een actief onderworpen gebaar om de andere gerust te stellen.
Duwen met de snuit.
Jij bent mijn leider. Negeer mij alsjeblieft niet. Ik wil graag ... Ongeveer hetzelfde als likken, maar niet zo onderworpen. Kan ook gebruikt worden om iets te vragen.
Hond gaat zitten terwijl hij door een andere wordt benaderd; laat zich besnuffelen.
Wij zijn bijna gelijken, dus laten we verstandig zijn en niet vechten. Een klein vredelievend gebaar.
Hij rolt zich op zijn zij, stelt keel en buik bloot en verbreekt het oogcontact volledig.
Ik accepteer jouw autoriteit en vorm geen bedreiging. Passieve onderworpenheid; het hondse gebaar voor knielen.
Botsen met de schouder.
Ik sta hoger in rang en jij gaat voor mij aan de kant wanneer ik eraan kom. Een tamelijk agressieve bevestiging van relatieve sociale dominantie.
De hond houdt één voorpoot enigszins omhoog.
Ik ben een beetje bang en maak mij zorgen. Teken van onzekerheid en gematigde spanning.
Hij rolt zich op de grond en wrijft met zijn rug en schouders over de grond (soms ook met de neus)
Ik ben tevreden en alles is ok.. Een ritueel dat vaak plaatsvindt wanneer er iets plezierigs is gebeurd.
Zakt door zijn voorpoten op de grond, achterlichaam en staart omhoog.
Laten we spelen. Sorry, ik wou je niet laten schrikken! Dit is gewoon voor de lol Normale uitnodiging om te spelen.
Oogsignalen
Rechtstreeks in de ogen kijken.
Ik daag jou uit! Hou daar onmiddellijk mee op! Ik ben hier de baas, dus wegwezen jij Een actief dominant-agressief signaal, doorgaans van een zelfverzekerde hond die een conflict met een andere hond heeft.
Ogen afgewend om rechtstreeks oogcontact te vermijden.
Ik zoek geen moeilijkheden! Ik accepteer het feit dat jij hier de baas bent! Een gebaar van onderworpenheid, met een ondertoon van angst.
Knipperen.
Goed, laten we eens zien of we de confrontatie kunnen vermijden. Van mij heb je niets te vrezen. Het knipperen voegt een vredelievend gebaar toe aan het dreigende staren en verlaagt het niveau van confrontatie zonder al te veel gezichtsverlies.
Oorsignalen
Opstaande oren of enigszins naar voren gericht
Wat is dat? Teken van alertheid
Oren duidelijk naar voren gericht met ontblote tanden en gerimpelde neus
Kijk goed uit wat je doet! Ik ben klaar om te vechten De actieve, agressieve uitdaging van een dominante en zelfverzekerde hond
Oren plat naar achter met ontblote tanden en gerimpelde neus
Ik ben bang, maar ik zal mezelf verdedigen als jij mij probeert pijn te doen Een angstig-agressief gebaar van een niet-dominante hond die zich bedreigd voelt
Oren plat naar achter maar de tanden zijn niet zichtbaar, glad voorhoofd, lage lichaamshouding
Ik accepteer jou als mijn sterke leider. Ik weet dat jij me geen pijn doet, want ik vorm geen bedreiging voor jou Een gebaar van onderworpenheid en vredelievendheid
Oren naar achter met de staart omhoog, knipperende ogen en ontspannen open mond
Hallo! Volgens mij gaan we samen pret maken Een vriendelijk gebaar, vaak gevolgd door wederzijds besnuffelen of uitnodiging om te spelen
Oren een beetje naar achter en naar opzij
Ik maak me zorgen om wat mij te wachten staat. Ik vind dit niet leuk. Ik kan gaan vechten of er vandoor gaan Een teken van spanning of opwinding; kan snel leiden tot agressie of angst, afhankelijk van de ontwikkeling van de situatie.
Oren snel naar achter en naar voor bewegen
Ik neem de situatie even in ogenschouw, dus maak je niet druk om mij Een onderworpen vredelievend gebaar van een hond die afwachtend is en niet zeker van zichzelf
Staartsignalen
Staart horizontaal, van de hond af wijzend, maar niet stijf.
Daar zou wel eens iets interessants kunnen gebeuren. Teken van ontspannen alertheid.
Staart wijst recht naar achter.
Laten we eens zien wie hier de baas is. Voorzichtig begroetingsritueel en gematigde uitdaging van een onbekende.
Staart omhoog en over de rug krullend.
Ik ben hier de baas en iedereen weet dat. Zelfverzekerd signaal van een dominante hond.
Staart lager dan horizontaal, maar tamelijk ver van de achterpoten verwijderd, soms ontspannen kwispelend.
Alles is in orde. Ik voel me lekker. Normaal beeld van een hond die zich nergens druk over maakt.
Staart laag, vlak bij de achterbenen, achterpoten recht, lichaam rechtop.
Ik voel me niet lekker. Ik ben een beetje depressief. Teken van fysieke of psychische malaise of ongemak.
Staart laag, vlak bij de achterpoten, lage lichaamshouding door gebogen achterpoten.
Ik voel me een beetje onzeker. Teken van sociale angst en gematigde onderworpenheid.
Staart tussen de poten.
Ik ben bang. Doe me geen pijn. Onderworpen gebaar en een teken van angst en onderdanigheid.
Opgezette haren op de staart.
Ik daag jou uit!. Dit staartsignaal voegt een element van dreiging toe aan andere staartsignalen.
Opgezette haren op het puntje van de staart.
Ik sta een beetje onder druk. Dit staartsignaal voegt een element van angst toe aan andere staartsignalen.
Een knik of scherpe buiging in de staart.
Als het moet laat ik jou wel eventjes zien wie hier de baas is. Dit staartsignaal voegt een element van onmiddellijke dreiging en dominantie toe aan andere staartsignalen.
Zwak kwispelen.
Jij vindt mij toch lief? Ik ben hier hoor! Een enigszins aarzelend onderworpen gebaar.
Breeduit kwispelen, zonder het lichaam te verlagen of de heupen heen en weer bewegen.
Ik vind jou aardig. Laten we vriendjes zijn. Een vriendelijk gebaar, zonder sociale dominantie, wordt vaak gezien tijdens het spelen.
Breeduit kwispelen, waardoor de heupen heen en weer worden bewogen.
Jij bent mijn roedelleider en ik volg jou overal. Een teken van respect. De hond voelt zich niet bedreigd, maar accepteert zijn lagere positie.
Langzaam kwispelen met tamelijk laag gedragen staart.
Ik begrijp het niet helemaal. Een signaal van besluiteloosheid of verwarring omtrent hetgeen er van de hond verwacht wordt.
Gelaatsuitdrukkingen
Mond ontspannen en enigszins open, de tong kan zichtbaar zijn en over de ondertanden hangen.
Ik ben tevreden en ontspannen. Deze uitdrukking benadert de menselijk glimlach het meest.
Mond gesloten, de tong of tanden zijn niet zichtbaar, de hond kijkt in een bepaalde richting en is enigszins naar voor gebogen.
Dit is interessant. Ik vraag mij af wat daar aan de hand is. Een teken van aandacht of interesse.
De bovenlip is opgetrokken om enkele tanden te ontbloten waarbij de mond nog steeds tamelijk gesloten is.
Ga weg! Je ergert mij! Eerste teken van ergernis of bedreiging; kan gepaard gaan met een laag grommen.
De bovenlip is opgetrokken om de tanden goed te laten zien; wat rimpels op de neus en de mond is gedeeltelijk open.
Wanneer je mij ertoe dwingt of iets doet wat ik als bedreigend ervaar zal ik gaan vechten Actieve agressieve reactie, mogelijk het gevolg van angst of een bevestiging van sociale dominantie.
De bovenlip is opgetrokken en niet alleen de tanden maar ook het tandvlees is ontbloot met zichtbare rimpels op de neus.
Wegwezen jij, anders is het niet te best. Hoog niveau van actieve agressie. Wanneer de andere hem geen ruimte geeft, zal deze hond gaan aanvallen.
Geeuwen
Ik ben een beetje gespannen. Teken van spanning of opwinding. Kan ook gebruikt worden als afleidingssignaal om een dreiging af te wenden.
Likken van het gezicht van een persoon of een andere hond.
Ik ben jouw vriend en erken jouw leiderschap. Ik heb honger. Heb jij een lekker hapje voor me? Een vredelievend gebaar van een onderworpen hond. Tevens een verzoek om voedsel.
[b]Likken van de eigen lippen (of in het luchtledige)[/b]
Ik buig voor jouw autoriteit en hoop dat je mij geen pijn zult doen. Een buitengewoon vredelievend gebaar.
Wat bedoelt een blaffende hond?
Blaffen in snelle reeksen van drie of vier, met pauzes ertussen op een normale toonhoogte
Allemaal verzamelen. Ik vermoed dat er iets aan de hand is. Waarschuwing, eerder belangstellend dan alarmerend.
Snel blaffen, normale toonhoogte.
Roep de roedel! Iemand betreedt ons territorium. We moeten wellicht in actie komen. Normaal alarmerend blaffen. De hond is alert, maar niet bang. Wordt veroorzaakt door het naderen van een onbekende of een onverwachte gebeurtenis, langer aanhoudend dan het onderbroken blaffen van hierboven beschreven.
Voortdurend blaffen, maar een beetje langzamer en op een lagere toonhoogte.
De indringer (het gevaar) is zeer dichtbij. Volgens mij is dit de vijand. Maak je klaar om jezelf te verdedigen! De hond begint onrustig te worden en voelt zich duidelijk bedreigd.
Een verlengde reeks blaffen, met gematigde tot lange intervallen.
Is daar iemand? Ik ben eenzaam en heb behoefte aan gezelschap. Doorgaans veroorzaakt door sociale isolatie of opsluiting.
Een of twee scherpe, korte blaffen, op normale toon of hogere toon.
Hallo! Ik zie je. Typisch begroetings- of herkenningssignaal, veroorzaakt door de aankomst of aanblik van een bekend persoon.
Enkele scherpe korte blaf op lage tot halfhoge toonhoogte.
Ophouden! Ga weg! Geërgerd blaffen, bv wanneer hij in zijn slaap gestoord wordt.
Enkel, gematigd luide scherpe, korte blaf op een hogere toon.
Wat is dit? Hé?. Signaal van verrassing of schrik.
Enkele weloverwogen blaf, en niet zo scherp of kort als de vorige.
Kom hier ... Aangeleerde vorm van communicatie, om een menselijk reactie te bewerk- stelligen, zoals het openen van een deur, honger hebben, enz...
Stotterblaf en toonhoogte opgaand blaffen.
Laten we gaan spelen! Doorgaans gepaard gaand met voorbenen plat op de grond en achterlijf omhoog, als een uitnodiging om te gaan spelen.
In toonhoogte opgaand blaffen.
Dat is leuk! Vooruit, we gaan! Opgewondenheid tijdens het spelen of bij het vooruitzicht op een leuk spel.
Zacht grommen, lage toon (lijkt uit de borstkas te komen)
Ga weg! Kijk uit, jij! Van een dominante hond die geërgerd is of eist dat anderen uit zijn buurt blijven.
Gromblaf op een lage toon zoals Grrr-waf.
Ik ben kwaad en als je er mij toe dwingt, val ik aan! Verzamelen, we moeten ons verdedigen. Een enigszins minder dominant signaal van ergernis, met de suggestie dat de hulp van de roedelgenoten op prijs zou gesteld worden.
Gromblaf op een halfhoge toon en hogere toon.
Je maakt me bang, maar als het moet zal ik me zeker verdedigen. Een dreiging van een onzekere hond die agressie zal gebruiken wanneer hij zich daartoe gedwongen ziet.
In toonhoogte rijzend en dalend grommen.
Ik ben doodsbenauwd! Als je in mijn buurt komt, kan ik gaan vechten of er vandoor gaan.
Het angstig-agressieve geluid van een zeer onzekere hond.
Huilen (vaak sonoor en langgerekt)
Ik ben hier! Dit is mijn territorium. Ik hoor je huilen! Honden gebruiken dit om hun aan- wezigheid aan te kondigen, om op afstand te kunnen socialiseren en om hun territorium af te bakenen. Hoewel dit geluid in het menselijk gehoor vrij triest klinkt, is de hond tamelijk tevreden.
Blafhuil.
Ik ben alleen en maak mij zorgen. Waarom komt er niemand om mij gezelschap te houden? Het droevige geluid van een hond die eenzaam is en vreest dat niemand op zijn noodkreet zal reageren. Janken dat stijgt in toonhoogte aan het einde van het geluid. Ik wil iets. Ik heb iets nodig. Een verzoek of smeekbede om iets.
Janken dat daalt in toonhoogte aan het eind van het geluid.
Vooruit, laat me niet langer wachten. Opwinding vanwege het vooruitzicht op iets.
Jammerjodel (klinks als jowel-jowel-jowel) of huilgeeuw (klinkt als hhoeoeoeoe-ahhoe-oeoe)
Ik ben opgewonden! Dit is fantastisch! Signalen van plezier, vanwege het vooruitzicht op iets leuks.
Een zacht jankende hond.
Ik heb pijn. Ik ben echt heel bang. Een geluid van angst en passieve onderworpenheid.
Enkele kef.
Au! Reactie op een plotselinge pijn.
Een gillende hond.
Help! Ik denk dat ik doodga. Een teken van pijn en paniek van een hond die vreest voor zijn leven.
Een hijgende hond.
Ik ben zover! Wanneer beginnen we? Dit is ongelooflijk! Dit is spannend. Is er iets mis? Geluid veroorzaakt door spanning, opwinding of het vooruitzicht op iets opwindend. dit kan gepaard gaan met natte pootafdrukken.
Een zuchtende hond.
Ik ben gelukkig en ga hier even lekker liggen. Ik geef het op en ben een beetje depressief. Teken van emotie, ter beëindiging van een actie. Wanneer die actie lonend is geweest, is het een teken van tevredenheid. Zo niet, is het een teken van berusting.
bron: http://www.hondenpage.com
N.B. De teksten van onze hand-outs worden vervaardigd aan de hand van niet alleen wetenschappelijke literatuur, maar ook van onze eigen inzichten op basis van persoonlijke ervaringen. Daarom kan de informatie voor een deel afwijken van de gangbare literatuur.
Vochtverlies
Veel drinken is een symptoom, dat kan passen bij verschillende afwijkingen. Het is daarom goed om eens de oorzaken van veel plassen / veel drinken, in vaktermen polyurie / polidipsie (afgekort pu/pd) voor u op een rij te zetten.
Ik schrijf opzettelijk 'veel plassen / veel drinken'; in deze volgorde dus. Ik leg u uit waarom. Een hond, die veel drinkt, doet dat omdat hij dorst heeft. Logisch, hoor ik u denken! Wanneer heb je dorst? Als het lichaam 'vraagt' om vocht. En dat doet het alleen, als er een tekort aan vocht is. Bedenk dan dus steeds, dat er eerst vochtverlies optreedt. Door gebrek aan vocht ontstaat dorst. Pas dan gaat de hond drinken om het aan te vullen; zo veel als nodig is. Dus: Eerst veel plassen en dan pas veel drinken! Als ik dat zo uitleg, begrijpt u, waarom het zo gevaarlijk is om een dorstige hond water te weigeren. De stelregel: Ik geef hem 's avonds maar geen water meer, dan plast hij 's nachts tenminste niet in huis, is dus helemaal verkeerd en kan in sommige gevallen een levensbedreigende uitdroging tot gevolg hebben.
Aqualist
Er is een uitzondering op deze regel. Dat is de 'Aqualist' of 'Waterverslaafde'. De psychogene drinker. De hond, die uit gewoonte of aandachttrekkerij veel drinkt. Dat is een hond die veel drinkt en dáárdoor veel plast. Dus andersom! Deze Aqualist komt zelden voor en kan soms wel 15 liter water per etmaal drinken. Als je zo'n 'Aqualist minder te drinken geeft, zie je in het urineonderzoek, dat de nieren vanzelf zuiniger met het vocht gaan omspringen en de concentratie van de urine toeneemt. Dat zien we bij de andere afwijkingen niet gebeuren. U moet dus wel heel zeker van de diagnose 'Aqualisme' zijn om de hoeveelheid water te beperken.
Uitdroging!
Zeker als er nog eens sprake is van braken en diarree, waardoor er nog eens extra vochtverlies optreedt, moeten we eerder denken aan vocht toedienen dan onthouden. Als de patiënt dan ook nog weigert te drinken, omdat hij zich ziek voelt, of, dat alles wat gedronken is er onmiddellijk weer uitgegooid wordt, droogt het dier uit en is het te begrijpen, dat dierenartsen snel klaar staan met infusen; onder het motto: Beter te vroeg dan te laat. Vooral jonge en oude dieren kunnen veel schade ondervinden van uitdroging.
Wat is veel?
Vaak vragen mensen: 'Maar wat is nou teveel drinken? Wat de één veel vindt, beschouwt de ander als normaal. Soms vindt een eigenaar, dat z'n hond te veel drinkt, omdat de 'vorige' te weinig dronk. Vuistregel voor de hoeveelheid water per etmaal is: 50 ml per kg lichaamsgewicht per etmaal. Een hond van 20 kg lichaamsgewicht moet dan ongeveer 1 liter per etmaal drinken, één van 60 kg dus 3 liter. Natuurlijk spelen uitwendige factoren een belangrijke rol: Omgevingstemperatuur, hoeveelheid lichaamsbeweging, droogvoer, medicijnen (!), e.d.
Soortelijk gewicht
De dierenarts kan aan de concentratie van de urine bepalen of er werkelijk sprake is van veel drinken. Hij meet dan het soortelijk gewicht van de urine. Normaal is het soortelijk gewicht, afgekort s.g., van de urine bij een hond tussen de 1.015 - 1.045. Als we dat s.g. bepalen moeten we dat niet in 1 urinemonster doen, maar in minstens 3. De monsters moeten op verschillende momenten van de dag, of, op verschillende dagen zijn opgevangen of afgenomen. Er zit namelijk nog wel eens wat variatie in het s.g.. Een bepaling in meerdere monsters, maakt de kans op foutieve conclusies kleiner.
De oorzaken
Bij de volgende ziekten zien we het symptoom 'dorst':
Suikerziekte of Diabetes mellitusZiekte van Cushing of overproduktie van bijnierschorshormonenSchrompelnier of chronische nierinsufficientie Pyometra of chronische baarmoederontstekingDiabetes insipidus of verlies aan concentrerend vermogen Pancreasatrofie of onvoldoende alvleesklierwerkingSuikerziekte
Hoe suikerziekte ontstaat, weten we niet precies. De hormoonhuishouding speelt er zeker een beslissende rol bij. Suikerziekte komt voornamelijk voor bij de teef. Opvallend is, dat het ontstaat direct in aansluiting op de loopsheid. Als het bij een (gecastreerde) reu voorkomt, hebben we meestal (ook) te maken met de Ziekte van Cushing (zie punt 2). Let op! Als een teef direct na de loopsheid veel drinkt, laat dan altijd het bloed controleren (vooral ook) op suiker. Ook al is er (nog) geen suiker in de urine te vinden!! In het voorstadium van suikerziekte (de 'pre-diabetes') is de suikerspiegel in het bloed weliswaar verhoogd, maar is er nog geen suiker in de urine aan te tonen. In de fase van pre-diabetes kan een operatie (verwijderen van baarmoeder en vooral ook de eierstokken) in veel gevallen voorkómen, dat de hond werkelijk suikerziekte ontwikkelt. Als het suikergehalte eenmaal zó hoog is in het bloed, dat het ook in de urine aantoonbaar is, kan men door de operatie niet meer de suikerziekte opheffen. Ook dan blijft een sterilisatie / castratie toch nog aangewezen, omdat hormoonschommelingen het instellen van de insulinebehoefte steeds in de war kan sturen. Reguleren van een niet geopereerde suikerziektepatiënt is zeer veel moeilijker.
Homeopathie
De behandeling van suikerziekte is weliswaar zeer goed mogelijk met behulp van insuline-injecties en dieetmaatregelen, maar vereist een ijzeren discipline!! Zonder dat lukt het niet! De homeopathie heeft nauwelijks iets te bieden voor deze patiënten. Ik heb mezelf nog niet kunnen overtuigen ooit een suikerziektepatiënt met homeopathische geneesmiddelen genezen te hebben. Ik heb hoogstens de indruk, dat soms het reguleren en wat begeleidende verschijnselen beïnvloed kunnen worden. Maak dus nooit de fout de insuline achterwege te laten en blind te vertrouwen op het effect van de homeopathie bij deze patiënten. De behandeling van suikerziekte hoort bij de dierenarts thuis. Mocht u desondanks goedbedoelde (alternatieve) adviezen van anderen willen proberen, doe dat dan uitsluitend in een open / goed overleg met uw dierenarts en dus nooit 'stiekem'! Uiteindelijk gaat het u en ons, dierenartsen, om het belang van uw hond, toch!
Kenmerkend beeld
Voorstadium ('prediabetes'): Veel plassen / veel drinken. Direct in aansluiting op de loopsheid. Sg urine te laag. Geen suiker in urine. Suiker in bloed (iets) verhoogd. Suikerziekte ('diabetes'): Veel plassen / veel drinken. Veel eten. Vermageren. Direct in aansluiting op de loopsheid. S.g. urine te hoog (door suiker). Suiker in urine en bloed te hoog. (Voor de reu: Zie punt 2).
Ziekte van Cushing
Bij de Ziekte van Cushing is er sprake van een te grote productie van bijnierschorshormonen door de bijnierschors. De oorzaak kan liggen in de bijnierschors zelf, of in de hypofyse, het besturingscentrum in de hersenen van de gehele hormoonhuishouding. Bij verdenking van deze ziekte doen we een urine- en/of bloedonderzoek om de diagnose te bevestigen en om vast te stellen waar de oorzaak ligt, bijnierschors of hypofyse. Tevens is belangrijk te weten of er wel of niet een kwaadaardig proces ten grondslag ligt aan de storing. Om een en ander vast te stellen is het nodig om de patiënt eenmalig of enkele keren, hoge doses bijnierschorshormonen toe te dienen. Dat is om te zien hoe het lichaam op de hormonen reageert, en dat levert ons dan weer waardevolle informatie. Soms geeft dat wat verzet bij een eigenaar van een verdachte Cushing patiënt. Als we over bijnierschorshormonen praten, denken we natuurlijk meteen aan prednison. En dat middel heeft een slechte naam. Toch hoeft u zich geen zorgen te maken over de kortstondige toediening, omdat alleen langdurige toediening van bijnierschorshormonen, of corticosteroïden, ernstige gevolgen heeft. De test is nuttig om te kunnen vaststellen wat we eraan gaan doen: behandeling met medicijnen of een operatie. De internisten zijn de laatste tijd best wel positiever geworden over de resultaten van de Cushing behandeling. Gelukkig maar! Niettemin blijft het een erg moeilijke patiënt.
Zie: Cushing, ziekte van - en Prednison.
Homeopathie
Incidenteel zien we verbetering van de klachten bij een Cushing patiënt met een homeopathisch geneesmiddel. En dan nog alleen bij minder ernstige gevallen met een hypofyseafhankelijke Cushing, die niet veroorzaakt wordt door een kwaadaardige tumor. Echt juichen kan ik er niet over.
Kenmerkend beeld
Ziekte van Cushing: Veel plassen / veel drinken. Veel eten. Vetzucht. Haaruitval, kaalheid, dunne gepigmenteerde huid, beginnend op de rug, zonder jeuk. Opgeblazen 'gevoel', onrust. S.g. urine te laag. Soms samen met beeld van suikerziekte (gecastreerde reu).
Schrompelnier
De naam 'schrompelnier' komt door het feit, dat chronische ontstekingen en, daarna littekentjes, ervoor zorgen dat de nieren harder en kleiner worden, waardoor het functionele weefsel in omvang afneemt. De afwijking komt meestal voor bij de oude hond. Als de nieren weliswaar meer water uitscheiden, maar minder afvalproducten van bijvoorbeeld de eiwitstofwisseling, treedt er geleidelijk aan een vergiftiging van het lichaam op. Het afvalproduct van de eiwitstofwisseling noemen we ureum. En als er te veel ureum in het bloed zit, spreken we van uremie. Zo'n schrompelnier als gevolg van een chronische nierweefsel ontsteking is niet meer te genezen, helaas. Toch blijkt in de praktijk, dat soms ogenschijnlijk ernstige nierpatiënten, nog een flinke hoeveelheid 'blessuretijd' erbij krijgen. Dat betekent, dat we voor de prognose stelling van zo'n patiënt niet alleen naar de bloedwaarden moeten kijken, maar vooral ook naar hoe de patiënt het verder doet.
Kippenei
Belangrijk is, dat de nierpatiënt zo snel mogelijk en consequent op een nierdieet gaat. De belangrijkste kracht van het nierdieet is, dat er minder eiwit in zit, en van een veel betere kwaliteit dan in een normaal voeder, zodat er minder afvalproducten geproduceerd worden. De keuze valt meestal op een vakkundig fabrieksmatig samengesteld nierdieet. Niet ieder zgn. nierdieet is ook een goed nierdieet. Vraag uw dierenarts om raad. Hij kan u, afhankelijk van de ernst, seniorendieet, nierdieet of zelfs uremie dieet (in ernstige gevallen) voorschrijven.
Als uw nierpatiënt niet de fabrieksmatig bereide nierdieten wil eten, kunt u het proberen met een zelfgemaakte voeding. Want eten moet ie, anders verliest hij nog meer conditie. Als voedingsmiddelen met een, wat we noemen, een hoge biologische eiwitwaarde kunnen we noemen: kippenvlees, kippenei en melkproducten, zoals vla, yoghurt, e.d.
Homeopathie
Ook hier geldt weer, dat de homeopathie weinig meer kan doen. Toch is het dubbel-en-dwars de moeite waard bij uremie patiënten, naast het nierdieet, de volgende middelen toe te dienen: Solidago virga aurea ø en Lespedeza Sieboldi D3; beide zien we in MacSamuel Niertonicum®. Proberen dus. Eigenlijk zijn dit kruidengeneesmiddelen.
Kenmerkend beeld
Schrompelnier: Veel plassen / veel drinken. Vaak minder eten. Vaak wat vermageren. Vaker braken. Vaak wat minder actief. Vaak betekent dus niet altijd! S.g. urine te laag (meestal 1.010). Ureum en kreatinine in het bloed verhoogd.
Pyometra
De term 'pyometra' staat voor een chronische baarmoederontsteking met ophoping van veel etter of bloederig etter in de baarmoeder. De pyometra manifesteert zich veelal 1 - 2 maanden na de loopsheid. Er is maar één goede oplossing, en dat is een ovariohysterectomie, of, vertaald in het Nederlands, het verwijderen van baarmoeder en eierstokken
Homeopathie
Theoretisch zijn er wel wat mogelijkheden in de homeopathie. Maar die worden alleen 'geprobeerd', als een operatie niet kan, zoals dat bijvoorbeeld het geval is bij een oude hond met een hartfalen. Met name de middelen Pulsatlilla D6 en Sepia D6 kunnen best wel werkzaam zijn. Eventueel in combinatie met antibiotica; waarom niet. Gewoon alles uit de kast halen om de patiënt weer op de been te krijgen. In combinatiepreparaten voor deze indicatie vinden we naast de genoemde middelen vaak ook Sabina D6 en Secale D6. Beide middelen dragen bij tot een goed samentrekken van de baarmoeder teneinde de 'rommel' te lozen. De 4 genoemde middelen zijn ook heel goed inzetbaar als preventief middel, gedurende 3 weken, direct na de loopsheid te starten.
Kenmerkend beeld
Veel plassen / veel drinken. Soms minder eten. Vaak geen zichtbare uitvloeiing! Likken aan de vulva (ook als er geen uitvloeiing is). 1 - 2 maanden na de loopsheid (suikerziekte direct in aansluiting op de loopsheid). Vaak geen koorts. S.g. urine te laag. Bloed: sterk verhoogd aantal witte bloedcellen (ontsteking!). Echografie: Vergrote baarmoeder met vloeibare inhoud.
Diabetes insipidus
Dit heeft niks te maken met suikerziekte, ook al wordt de laatste wel eens afgekort tot 'diabetes'. De nieren kunnen bij deze afwijking het water minder goed 'vasthouden'. Verder is er niks aan de hand. De mogelijkheid van het lichaam om zuinig om te springen met water wordt gerealiseerd door een hormoon uit de hypofyse, het zgn. anti-diuretisch hormoon of A.D.H. 'Diurese' betekent 'urine-uitscheiding'. Er kan op 2 plekken iets mis gaan: In de hypofyse en in de nieren. Of het hormoon wordt niet meer geproduceerd in de hypofyse of de plek waar het hormoon z'n werk moet doen in de nieren is niet meer functioneel. In het eerste geval spreken van centrale diabetes insipidus, in het tweede van een nefrogene diabetes insipidus. Bij de centrale vorm drinkt de patiënt soms wel 15 liter water per etmaal. Bij de nefrogene vorm is dit een stuk minder, maar toch te veel.
Homeopathie
Voor de centrale diabetes insipidus zijn wel homeopathische behandelings mogelijkheden beschreven, maar in de praktijk vallen de resultaten tegen. Toevoeging van het ontbrekende hormoon in het preparaat Minrin® is nog steeds de beste therapie. Het is wel een peperdure behandeling, die voor de rest van het leven noodzakelijk is. Voor de behandeling van de nefrogene vorm bestaat ook wel een regulier middel. Het nadeel daarvan is, dat niet alleen water wordt vastgehouden, maar ook afvalproducten. Omdat de patiënt met de nefrogene vorm veel minder drinkt dan die met de centrale vorm, is het in veel gevallen maar de vraag of je daadwerkelijk moet gaan behandelen. Als er geen sprake is van onzindelijkheid accepteren we de dorst maar. In de homeopathie is het middel Acidum phosphoricum D6 te proberen. Heb daar ook niet te hoge verwachtingen van.
Kenmerkend beeld
Centrale diabetes insipidus: Veel plassen / veel drinken. Niet zelden 10 - 15 liter water per etmaal (!). S.g. urine zeer laag (1.000 = water). Nefrogene diabetes insipidus: Veel plassen / veel drinken. Veel minder drinken dan de centrale vorm. S.g. urine laag.
Pancreasatrofie
Het beeld van de pancreasatrofie of onvoldoende alvleesklierwerking lijkt heel veel op suikerziekte. Opvallend daarbij is de productie van ontzettend veel stopverfkleurige ontlasting. We vinden echter geen verhoogd suikergehalte in urine en bloed, zoals bij suikerziekte. De oorzaak van de klachten is een gebrek aan verteringsenzymen, waardoor het voedsel onvoldoende verteerd wordt, en dus in grote hoeveelheid via de 'achterdeur', onbenut, geloosd wordt.
De prognose van deze afwijking moet zeer gereserveerd gesteld worden; vooral bij Duitse Herders kan die slecht zijn. De juiste diagnose stellen we in het bloed (en dus niet in de ontlasting). We bepalen dan, bij een nuchtere patiënt, de TLI-waarde; die mag niet onder de '5' komen.
Homeopathie
Als belangrijkste behandeling gelden middelen als Tryplase® en Viokase®; preparaten, die de ontbrekende enzymen bevatten. Zo'n enzympreparaat is absoluut veilig en moet u zeker niet achterwege laten, ook niet als u met alternatieve middelen behandelt. In de homeopathie kennen we het middel Haronga madagaskariensis D4, dat het proberen waard is. Bovendien is het nuttig om door een homeopathisch werkende dierenarts te laten bepalen welk homeopathisch middel bij de totale patiënt past; bij al zijn symptomen. Dat is so wie so, ook bij de andere besproken ziektes de moeite van het proberen waard!
Kenmerkend beeld
Pancreasatrofie: Veel plassen / veel drinken. Veel eten. Enorm vermageren. Veel stopverfkleurige ontlasting. S.g. urine te laag. Bloed: TLI-waarde < 5.
Tot slot
Ik ben me ervan bewust niet alle mogelijkheden besproken te hebben. De genoemde afwijkingen zijn wel de meest voor de hand liggende. Belangrijk is te weten, dat ook bepaalde medicijnen veel plassen en veel drinken kunnen veroorzaken. Bekend zijn in dit verband de corticosteroïden of bijnierschorshormonen. Het is een veelvuldig toegepast middel bij de meest uiteenlopende klachten wegens zijn goede werking als ontstekingsremmer en anti-jeukmiddel. Ook bij bijvoorbeeld leverlijden (bv. tumoren) zien we veel plassen en veel drinken. Daar komen we achter via echografie en een leverbiopsie. Over de Aqualist, de Waterverslaafde, hebben we het al even gehad. Die drinkt zoveel, dat hij gemakkelijk te verwisselen is met een centrale diabetes insipidus. Zeker voor de Aqualist geldt, dat een volledig passend middel gevonden moet worden om succes te hebben. Het gaat bij deze patiënt in feite om een gedragsprobleem.
Bron: WHG Dierenartsen - WHG Nieuws, Drs. Amanda van Grondelle - www.whgdierenartsen.nl
LEVERCAKE:
3 eieren
2/3 kop olijfolie of zonnebloemolie
1/3 of een 1/2 pond lever [kippen,rund of ander dier]
2 koppen meel [ik heb lekkere tarwemeel gebruikt]
1 theelepel knoflook [poeder of vers geperst]
Oven voorverwarmen tot 250 gr
eieren en olie in blender mixen
lever in stukken snijden en in blender meemixen
knoflook toevoegen
en het meel [evtueel meer meel]
mixen tot je een smeuige massa krijgt
een bakplaat invetten en daar de massa op verspreiden.
Bakken in 10 tot 12 [ik heb 20 ]minuten of tot de bovenkant droog is en bruin wordt.
Uit de oven halen en 5 minuten af laten koelen
Dan de plaat op een snijplank omkeren en de cake in reepjes en dan blokjes snijden.
een zakje maken en luchtdicht verpakken of in zakjes in de vriezer!!
Je kunt er ipv de lever ook andere dingen in doen, zoals zalm/tonijn of andere vieze stinktroep voor de honden.
--------------------------------------------------- --------------------------------------------------- ------
Hondenkoekjes
Voor de liefhebbers hier het recept:
250 ml gemengde peentjes en erwtjes uit blik, laten uitlekken; 625 ml volkoren meel; 125 gram magere melkpoeder; 5 ml knoflookpoeder (een puddinglepeltje vol ongeveer); 90 ml plantaardige olie; 1 ei, losgeklopt; 125 ml water, dat je een nacht goed koud hebt laten worden in de koelkast;
- pureer de peentjes en erwtjes;
- doe in de mengkom het meel, het melkpoeder en de knoflookpoeder;
- voeg nu de gepureerde erwtjes/peentjes toe, de olie, het losgeklopte ei en het water en vermeng dit alles goed.
- Verdeel het deeg in 2 ballen;
- Kneed de ballen nog 2 minuten door als je met de hand hebt gemengd, heb je het met mixer of keukenmachine gedaan, dan kan het even nog kort; - rol het deeg uit op een met bloem bestoven aanrecht tot ca een centimeter dikte;
- snij met een koekjessnijder (vooral enkele kleine) kleine koekjes uit het deeg.;
- Leg de koekjes op een met bakpapier bedekte bakplaat (het papier licht invetten);
- verwarm de over op 180 graden Celsius en bak hierin de koekjes 15 minuten aan één kant;
- draai de koekjes om en bak ze nu nog 25 minuten.
- Laten afkoelen en in een plastic zak of blik opbergen.
Die doperwten/peentjes kan je door van alles vervangen: sardientjes, kruiden, vlees, bedenk het maar.
--------------------------------------------------- --------------------------------------------------- ---------------------------
heb hier nog een snel recept voor hondekoekjes:
1 kilo runderlever, 6 eieren met schil
Alles samen in de blender doen, en op 2 bakblikken met bakpapier uitstrijken.(als je maar 1 bakblik hebt, neem je natuurlijk de helft).
Bij 140 graden in de oven, tot de bovenkant droog is (ovendeur een kiertje open laten, zodat het vocht eruit kan).
Met bakpapier op een nieuw stuk papier omkeren, oude papier weg doen, en nu weer drogen, tot de onderkant ook droog is.
Als het goed droog is, is het vrij lang houdbaar, en goed in stukjes te breken.
--------------------------------------------------- --------------------------------------------------- ---------------------------
Honden taart met kip!
NODIG:
* 300 gr kippengehakt (mensenconsumptie)
* 400 gr tarwebloem
* 400 ml kippenbouillon
* 3 "dubbele" kippenlevertjes
(ronde)bakplaat van 30cm doorsnee
Werkwijze: De kippenlevertjes snijd je aan kleine stukjes en roer je door de kippengehakt. Vervolgens doe je steeds een beetje bloem en bouillon erbij en mix je het met de deegmixer goed door elkaar heen. Dit is een vrij stevige massa en kleverig.
Als alles erin zit en goed gemixt is, bekleed je een bakplaat met bakpapier (of goed invetten met boter) en mag het geheel ongeveer 1 1/2 uur in de oven op 180 graden celcius. En klaar is de super beloning (wel laten afkoelen natuurlijk).
Je kan naar eigen keuze ook nog wat anders toevoegen zoals b.v.:
teentje knoflook
geraspte kaas
geraspte winterwortel
een ei
50 gr Brio boter
http://members.lycos.nl/rambogina/recepten.htm
HONDENCAKE
Benodigdheden:
2 kopjes bloem
2 kopjes olijfolie
3 ons kippenlever
2 à 3 teentjes knoflook
Alle ingrediënten met een staafmixer door elkaar mixen en in een cakevorm gieten. De oven voorverwarmen op 180 graden en de cake in +/- 55-60 minuten gaarbakken
bron : http://www.hondenpage.com/
Geen opmerkingen:
Een reactie posten