Voedsel voor de ziel
Het was in het Wilde Westen. Twee cowboys en een Navajo-indiaan zijn de hele dag bezig met het opdrijven van koeien.
Aan het eind van de dag hebben de cowboys het er met elkaar over dat ze honger hebben. Samen dromen ze over de uitgebreide maaltijden die ze gaan eten wanneer ze eindelijk bij een stadje zijn aangekomen.
Een van de cowboys vraagt de indiaan of hij geen honger heeft. De indiaan haalt zijn schouders op. "Nee, ik heb geen honger."
Een uur bereiken de drie een stadje. Terwijl ze in een restaurant zitten te eten, zien de cowboys dat de indiaan het ene na het andere bord vol schept.
"Hoe kan dat nou", zegt een van de cowboys. "Nu eet je alsof je dagen niet gegeten hebt, terwijl je een uur geleden nog zei dat je geen honger had."
De indiaan kijkt de cowboys kauwend aan. Dan zegt hij: "Het was niet slim om op dat moment honger te hebben. Een uur geleden was er geen eten."
De prijs van liefde
Een boer had enkele jonge hondjes die hij nog moest verkopen. Hij schilderde een advertentie op een bord met: 4 puppies te koop en zette dit aan het begin van zijn erf aan de kant. Net toen hij de laatste spijker in het bord sloeg werd hij aan zijn overal getrokken. Hij keek naar beneden in de ogen van een kleine jongen. "Meneer" zei de jongen, "Ik wil een van uw puppies kopen". "Wel", zei de boer, terwijl hij met zijn hand achter in zijn nek wreef, "deze puppies hebben hele goede ouders en kosten aardig wat geld". De jongen liet voor een moment zijn hoofd hangen. Toen reikte hij diep in zijn broekzak en haalde een handvol kleingeld voor de dag en liet het aan de boer zien. "Ik heb 39 cent. Is dat genoeg om te kijken?" zei de jongen. "Zeker", zei de boer en hij floot een deuntje. "Dolly !", riep hij. Uit het hondenhok en over het erf rende Dolly naar de boer toe gevolgd door 4 kleine bolletjes wol. De kleine jongen drukte zijn gezicht tegen het hek. Zijn ogen straalde van verrukking.Terwijl de honden naar het hek toe kwamen rennen, zag de jongen nog iets bewegen in het hondenhok. Langzaam verscheen er nog een bolletje wol, maar deze was zichbaar kleiner dan de andere hondjes. Op zijn achterpootjes gleed het bolletje het hok uit en op een wat onhandige wijze begon het hondje vooruit naar het hek te hobbelen terwijl het zijn best deed de andere hondjes bij te houden. "Ik wil die hebben", zei het kleine jongetje, terwijl hij naar waggelende hond wees. De boer knielde naast het jongetje neer en zei: "zoon, je wil dat hondje echt niet. Het is nooit in staat om te rennen of te spelen zoals de andere hondjes kunnen". Toen deed de jongen een stap naar achteren, reikte naar beneden en begon een broekspijp op te rollen. Terwijl hij dit deed werd een stalen beugel zichtbaar aan beide zijden van het beentje van de jongen die vastgemaakt zaten aan zijn speciaal gemaakte schoentje. De boer aankijkend zei hij: weet u meneer, ik kan zelf ook niet zo goed rennen en hij heeft iemand nodig die hem begrijpt". Met tranen in zijn ogen reikte de boer naar beneden en pakte de kleine puppie op. Hij hield het heel voorzichtig vast toen hij de puppie aan de kleine jongen gaf. "Hoeveel kost het?" vroeg de kleine jongen. "Niets, het is gratis", zei de boer. "Er is geen prijs voor liefde".
Het paard van Troje
Het verhaal begint met de drie godinnen Hera, Athena en Afrodite. Deze vroegen de Trojaanse prins Paris de mooiste onder hen te kiezen. Afrodite won deze weddenschap door Paris de liefde van een supermooie vrouw te beloven.
Paris zeilde naar Griekenland waar hij gastvrij werd onthaald door Helena, de vrouw van de Spartaanse koning Menelaos. Volgens de Griekse legende was Helena de mooiste vrouw van de wereld. De mooie Helena was gelukkig getrouwd maar liet zich onder de invloed van de godin Afrodite overtuigen om met Paris naar de stad Troje te gaan. Dit was de beloning voor Paris van de godin Afrodite.
De boze bedrogen koning Menelaos trommelde alle Griekse koningen op en zeilde met een leger van wel duizend schepen, zijn vrouw achterna waarna een negenjarige belegering van de stad Troje zou beginnen.
Na negen jaar vergeefse belegering werd Troje ingenomen dankzij een sluwe list. De Grieken bouwden een groot houten paard waarin ze een aantal soldaten verborgen. Deze lieten ze buiten de stad achter waarna ze deden alsof ze zich terug trokken naar hun schepen. De Trojanen geloofden dat de Grieken het paard gebouwd hadden als eerbetoon voor hun moedig verzet.
Tijdens het feest ter ere van het einde van de belegering haalden de Trojanen in een dolle feestvreugde het paard binnen de muren van hun stad. Die nacht verlieten Griekse krijgers de houten buik van het paard en brandden Troje plat.
Afrodite liet daarna Paris ontkomen in een wolk en Helena keerde met haar man Menelaos weer terug naar Sparta. Maar de goden waren boos door alles wat was voorgevallen en hun terugtocht duurde jaren. Helena en Menelaos leefden daarna nog lang en gelukkig.
In dit verhaal zit meer dan 1 moraal zoals het manipuleren in de liefde, overspel en te goed vertrouwen.
De speld in de hooiberg
De speld in de hooiberg was heel trots op zichzelf en zei tegen iedereen die het wilde horen, ik ben die speld in de hooiberg waar iedereen het altijd over heeft. Op een dag had de hooiberg genoeg van die eeuwige opschepperij. De speld was wel belangrijk, maar dat gold ook voor de hooiberg. Dus besloot de hooiberg om er vandoor te gaan en de speld in zijn sop gaar te laten koken. Arme speld, hij was geen speld in een hooiberg meer maar gewoon een doodordinaire speld, zoals er zoveel waren. De nuttige gedachte achter dit verhaal is, je moet je nooit als een speld in een hooiberg voelen als je niet heel goed beseft dat je alles in je leven aan die hooiberg te danken hebt.
Spiegelen
Een Indisch sprookje vertelt over een hond die in een kamer rondrende, waarvan alle wanden van spiegels voorzien waren. Plotseling zag hij veel honden, en hij werd woedend, liet zijn tanden zien en gromde. Alle honden in de spiegel werden even woedend, lieten hun tanden zien en gromden. De hond schrok en begon rondjes te lopen tot hij eindelijk in elkaar stortte. Had hij maar eenmaal met zijn staart gekwispeld, dan hadden al zijn spiegelbeelden hetzelfde vriendelijke gebaar teruggegeven.
Het mooiste cadeau
Enkele jaren geleden strafte een vader zijn driejarig dochtertje, omdat zij overbodig gebruik had gemaakt van mooi verguld papier. Geld was er niet in overvloed en hij kon niet verdragen dat zij dit duur papier gebruikte om een cadeautje in te pakken en onder de kerstboom te leggen. De volgende morgen bracht het kindje het verguld cadeautje naar haar vader en zei: "Hier, papa, voor jou !" Met stomheid verslagen en aangegrepen door het voorval, bekloeg de vader zich zijn sterke reactie van de dag voordien. Het dochtertje aanvaardde zijn excuses maar al te graag. Hij opende de doos, maar ontdekte dat er in de doos helemaal niets inzat. Hij schreeuwde naar haar: "Weet je dan niet dat het heel wreed is om iemand een leeg cadeau te geven, er moet altijd iets in de doos zitten!" Het meisje kreeg tranen in de ogen en zei: "Maar papa, de doos is niet leeg ik heb haar gevuld met kusjes, enkel voor jou!". De vader was volledig van de kaart en omarmde zijn dochter, hopende zij hem ooit zijn opwindende reactie zou kunnen vergeven. Enige tijd later, wordt het meisje door een ziekte getroffen en sterft. De vader heeft de doos nog steeds bij zich, dichtbij zijn bed. Elke keer dat het verdriet de overhand neemt, neemt hij de doos vast en neemt een verbeelde kus uit de doos en herinnert zich aan de liefde dat zijn dochter in het cadeau had gestoken. Tot slot herinnert ons dit verhaal aan het feit dat iedereen als mens zo een vergulde doos zou moeten bezitten, vol met onvoorwaardelijke liefde en kusjes van onze familie en vrienden. Bestaat er eigenlijk wel een beter cadeau?
Twee zaadjes
Twee zaadjes liggen naast elkaar op een vruchtbare grond. Zegt het ene zaadje tegen het andere: Ik wil groeien! Ik wil mijn wortels diep in de grond voelen en door de aardkorst heen naar boven uitbreken ... Ik wil mijn tere knoppen uitvouwen om de komst van de lente aan te kondigen. Ik wil de warmte van de zon op mijn gezicht voelen en de zegeningen van de morgendauw op mijn blaadjes!
Het zaadje groeide ...
Het tweede zaadje zei: Ik ben bang. Als ik mijn wortels naar beneden laat groeien, weet ik niet wat ik in het donker tegen zal komen. Als ik door de aardkorst heen breek, beschadig ik misschien mijn tere knoppen. En stel je voor dat ik mijn blaadjes uitrol en ze worden opgegeten door een slak. En als ik mijn bloesems open, komt er misschien een klein kind dat ze afplukt. Nee, ik kan maar beter wachten tot de kust veilig is.
Het zaadje wachtte ...
Toen kwam er een scharrelkip de hoek om, op zoek naar voedsel, vond het wachtende zaadje en peuzelde het op.
Wie weigert risico's te nemen en te groeien, wordt opgeslokt door het leven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten